Algemeen

De balans met toelichting geeft informatie over de omvang en samenstelling van het vermogen (het verschil tussen de bezittingen en de schulden) van de gemeente Den Haag aan het eind van een boekjaar en over de ontwikkelingen daarin gedurende het jaar. De activa op de balans geven de bezittingen en de vorderingen weer en bestaan uit de vaste en vlottende activa. Op de passivazijde van de balans staan de schulden en het eigen vermogen. Deze zijn uit te splitsen in vaste en vlottende schulden. Vaste activa en passiva hebben een looptijd van langer dan één jaar. Zowel beginbalans als eindbalans worden gepresenteerd exclusief de bestemming van het rekeningresultaat om een juiste vergelijking van balansstanden mogelijk te maken.
Binnen de gemeentebalans heeft eliminatie plaatsgevonden van de onderlinge vorderingen en schulden tussen diensten, de interne rekening-courantverhoudingen en de aan diensten verstrekte (omslagrente)leningen voor de financiering van vaste activa.
Alle bedragen in overzichten zijn in duizenden euro’s, mits anders aangegeven.

Toelichting op de activa

VASTE ACTIVA (€ 1.927,5 mln.)

De vaste activa bestaan uit de immateriële vaste activa (€ 0,2 mln.), de materiële vaste activa (€ 1.479,7 mln.) en de financiële vaste activa (€ 447,9 mln.). De materiële vaste activa zijn conform het BBV op de balans gesplitst in materiële vaste activa met een economisch nut (€ 1.362,6 mln.), die met een maatschappelijk nut (€ 88,2 mln.) en die met een economisch nut gedekt uit heffingen (€ 28,9 mln.).

Immateriële vaste activa (€ 0,2 mln.)

In verband met de vernieuwing van het BBV per 1 januari 2016 mogen kosten van anticiperende plannen niet meer als grondexploitaties worden verantwoord onder de post Onderhanden Werk, maar worden deze voortaan gezien als immateriële vaste activa. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief kunnen worden geactiveerd indien:

  1. het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen;
  2. de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat;
  3. het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en;
  4. de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

In 2016 zijn daarom de volgende posten opgenomen als immateriële vaste activa:

Een uitgebreidere toelichting op de ontrafeling van de grondexploitaties naar aanleiding van het gewijzigde BBV is te vinden bij de toelichting op de balanspost Onderhanden werk.

Materiële vaste activa (€.1.479,7 mln.)

*) Voor het onderscheid in investeringen met economisch nut, investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut en inves-teringen met economisch nut gedekt uit heffingen wordt verwezen naar bijlage Specificatie vaste activa en kapitaallasten.

De materiële vaste activa zijn in 2016 per saldo € 74,3 mln. toegenomen als gevolg van:

Gereedgekomen investeringen ( 37,0 mln.)
In 2016 is er voor € 37,0 mln. aan eerder gerealiseerde investeringen in uitvoering gereedgekomen. Deze investeringen zijn eerder geactiveerd als materiële vaste activa in uitvoering en nu geherrubriceerd naar de definitieve activapost.

Gerealiseerde investeringen 2016 (netto 153,8 mln.)
Het brutobedrag aan in 2016 gerealiseerde en geactiveerde investeringen is uitgekomen op € 290,2 mln. Er is voor € 136,3 mln. aan bijdragen in mindering gebracht (waarvan € 3,0 mln. op activeringen van voorgaande jaren). Hiervan is voor € 116,7 mln. ontvangen van derden en voor € 19,6 mln. verrekend met de voorzieningen afvalstoffenheffing en riolering. Netto is er derhalve door de gemeente € 153,8 mln. geactiveerd. Grote investeringsprojecten in uitvoering in 2016 waren met name de Rotterdamse Baan (totale projectkosten per 31-12-2016 € 93,5 mln.) en Netwerk Randstadrail (totale projectkosten per 31-12-2016 € 179,7 mln.). Een nadere specificatie per programma van begrote en gerealiseerde investeringen, inclusief eventuele bijdragen, is te vinden in de bijlage Realisatie investeringen MIP. Eventuele grote afwijkingen ten opzichte van de begroting worden toegelicht in het betreffende programma in hoofdstuk 2 Programma-verantwoording.

Gerealiseerde desinvesteringen en afwaarderingen ( 20,8 mln.):

  • In 2016 is er voor een bedrag van € 19,9 mln. gedesinvesteerd wegens verkoop van activa. Het betreft hier een bedrag van € 8,2 mln. wegens verkoop van vastgoed. In totaal hebben er in 2016 19 verkooptransacties plaatsgevonden binnen de programma's 5, 6, 7, 8, 10, 15 en 18. Per saldo is er  sprake een boekwinst in 2016 van € 3,0 mln. netto. Ten opzichte van de begrote € 1,7 mln. boekwinst is er in 2016 een voordelig resultaat op de verkoop van vastgoed van € 1,3 mln.
  • In 2016 is er voor een bedrag van € 4,4 mln. afgeboekt wegens eeuwigdurende afkopen van canon-verplichtingen op erfpacht.
  • Er is een bedrag van € 7,3 mln. in mindering gebracht op de boekwaarde wegens opbrengsten m.b.t. de klusobjecten Junoblok en Noordpolderkade 171-173.
  • In 2016 is er voor een bedrag van € 0,912 mln. afgewaardeerd. Voor een bedrag van € 0,573 mln. betreft dit de afwaardering op de boekwaarde van een aantal locaties met een niet-maatschappelijke functie (programma Stadsontwikkeling). Dit bedrag is verrekend met de reserve Stedelijke Ontwikkeling.
  • Daarnaast is er onderzocht in hoeverre de boekwaarde van het vastgoed dat op de bestuurlijk vastgestelde verkooplijst staat, past bij de huidige marktwaarde. Op basis van recente waardebepalingen (taxatierapporten externe partij of WOZ-taxatie) is waar nodig een waarde bepaald. Op basis van deze taxaties heeft er op programma Stadsontwikkeling een afwaardering plaatsgevonden op een te verkopen object van € 0,241 mln. Dit bedrag komt conform de daarvoor geldende richtlijn bij de resultaatbestemming ten laste van de algemene reserve bij het Concern.
  • In 2016 is een bedrag van € 0,098 mln. opgenomen in verband met de desinvestering door de afwikkeling project Zwembad Hofbad.

Financiële vaste activa (€ 447,9 mln.)

Voor het verloop van de financiële vaste activa wordt verwezen naar bijlage Specificatie vaste activa en kapitaallasten. Voor een inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering. De rente-opbrengsten zijn verantwoord in programma Financien (€ 27,4 mln.) en in programma Werk, Inkomen en Armoedebeleid (€ 1,5 mln.).

Kapitaalverstrekkingen aan Deelnemingen (€ 90,6 mln.)

Op deze balanspost staan de kapitaalstortingen en/of liquidaties verantwoord in de deelnemingen van de gemeente. In 2016 zijn de Participatiemaatschappijen Wateringseveld I B.V., Participatiemaatschappij Vroondaal B.V. en Participatie Ontwikkelingsmaatschappij Vroondaal B.V. opgeheven.
Verder zijn er in 2017 nog een aantal balansmutaties te verwachten als gevolg van ontwikkelingen in 2016:
De gemeente Den Haag bezit 16,55% van de aandelen van Eneco Holding. De autoriteit Consument en Markten heeft eind 2015 een handhavingsbesluit genomen. In dit besluit staat dat Eneco per 31 januari 2017 gesplitst moet zijn. 2016 heeft volledig in het teken van de splitsing gestaan van Eneco in een netwerkbedrijf (Stedin) en een energiebedrijf (Eneco). Op 30 november 2016 heeft een bijzondere aandeelhouders-vergadering plaatsgevonden over de besluitvorming tot splitsing. De splitsing is definitief voltrokken eind januari 2017 gedurende een tweede bijzondere aandeelhoudersvergadering. De boekwaarde van de nieuwe deelneming in 2017 in het energiebedrijf (Eneco) is € 1,=.
Verder heeft de gemeente een deelneming van € 42,1 mln. in HTM Beheer B.V. 2016 was een zeer belangrijk jaar voor HTM Personenvervoer, de belangrijkste dochter van HTM Beheer. In 2016 werd de Railconcessie 2016 - 2026 De Haag Stad middels inbesteding verworven. Tevens kwam er een einde aan de aandeelhoudersrelatie van NS/Abellio. Op verzoek en conform de in 2013 gemaakte afspraken heeft HTM Beheer de 49% aandelen HTM Personenvervoer teruggekocht, die in bezit waren van NS/Abellio. Door het vertrek van NS/Abellio als aandeelhouder en de afloop van de investeringsagenda Wereld Netwerk aan Zee is HTM Beheer B.V. overbodig geworden. In 2016 is daarom besloten om HTM Beheer in 2017 af te bouwen en op te heffen. De aandelen HTM Personenvervoer zullen alsdan weer rechtstreeks onder de gemeente komen te hangen.
Tenslotte participeert de gemeente door middel van de financiering van de door de WOM te ontwikkelen projecten. Het financieringsplafond (in de vorm van kapitaalstortingen) is gesteld op maximaal € 80 mln. Tot en met 2016 is € 8 mln. kapitaal gestort.

Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen (€ 2,6 mln.)

De gemeente participeert in een aantal overige verbonden partijen. Op deze balanspost staan de kapitaalstortingen verantwoord. In 2016 heeft een kapitaalstorting van € 0,625 mln. plaatsgevonden aan de Starterspanden C.V. (RIS294506).

Leningen verstrekt aan overige verbonden partijen (€ 120,8 mln.)

De gemeente heeft een aantal langlopende leningen verstrekt aan verbonden partijen. In 2016 is een lening aan Starterspanden C.V. van € 0,829 mln. met een looptijd tot 19 januari 2016 verlengd met 10 jaar (RIS 289681).

Overige langlopende leningen verstrekt aan derden (€ 98,1 mln.)

Op deze balanspost stond voor € 428,0 mln. aan overige langlopende leningen verantwoord die de gemeente heeft verstrekt aan derden. In 2016 zijn alle aan de HTM verstrekte langlopende leningen door de HTM terugbetaald (€ 363,5 mln.). Deze leningen liepen tot 1 december 2016. Vanaf 1 maart 2017 neemt de MRDH de financiering van de gemeente Den Haag aan de HTM over. Tot 1 maart 2017 heeft de gemeente nog kortlopende leningen verstrekt aan de HTM, deze zijn verantwoord op balanspost 2.2.4 Overige vorderingen. Daarnaast betreft dit voor €42,0 mln. aan hypotheken en onderhoudskredieten verstrekt aan cliënten binnen de doelgroep van de Wet Fido. In 2016 is er voor € 6,1 mln. aan hypotheken verstrekt dan wel overgesloten. Tot slot heeft de gemeente in 2016 nog uit aflossingen € 18,8 mln. terugontvangen.

Algemene voorziening voor oninbaarheid (€ -9,0 mln.)

Deze voorziening is ingesteld voor het risico van oninbaarheid voor verstrekte leningen aan deelnemingen, overige verbonden partijen en overige derden.
In 2016 is € 12,0 mln. uit de voorziening vrijgevallen als gevolg van de overname van de financiering door de MRDH aan de HTM. Verder heeft er in 2015 op de balanspost Overige langlopende leningen een ccorrectie plaatsgevonden van € 2,5 mln. Daar deze correctie betrekking heeft op de voorziening GKB is deze correctie in 2016 overgeboekt naar de balanspost "Algemene voorziening voor oninbaarheid". Als gevolg hiervan is de voorziening GKB verlaagd met € 2,5 mln. Tenslotte is voor 2016 bepaald dat voor de langlopende leningen een bedrag van € 9,0 mln. voorzien moet zijn. Daartoe zijn de verschillende onderdelen aangevuld dan wel verminderd.

Overige uitzettingen met een looptijd langer dan 1 jaar (€ 144,7 mln.)

De belangrijkste posten zijn:
Belegging Fonds Uiver 134,3 mln.
De boekwaarde van Fonds Uiver van circa € 134 mln. plus de opgelopen rente eind december 2016 van circa € 77 mln. (balanspost 2.2.5) komt uit op circa € 211 mln., terwijl de marktwaarde eind december 2016 circa € 254 mln. bedraagt. Dit houdt in dat bij eventuele verkoop op dit moment € 43 mln. boekwinst zal worden behaald. Daar staat tegenover dat de gemeente de jaarlijkse renteopbrengst van 4,35% niet meer zal ontvangen gedurende de komende 14 jaar van totaal € 63 mln. In 2016 is 1 één obligatie vervallen voor € 17,6 mln.

Belegging Meewind 9,7 mln.
Meewind is een groen beleggingsfonds van Seawind Capital Partners B.V. dat particulieren, overheden en bedrijven de kans biedt te participeren in een groot windmolenpark op de Nederlands/Belgische Noordzee. De gemeente Den Haag heeft vanaf 2009 een participatie in Meewind van € 9,7 mln. dat bestaat uit de Zeewind bestaande parken (80%) en Zeewind nieuwe parken (20%). De marktwaarde van Meewind bedroeg op 31 december 2016 € 13,7 mln.

Grootboek nationale schuld 0
De gemeente Den Haag heeft in het verleden legaten geaccepteerd, waarvan het geld is belegd in eeuwigdurende obligaties, die ingeschreven staan bij het Agentschap (ministerie van Financiën). In 2016 zijn deze eeuwigdurende obligaties door het Agentschap van het Ministerie van Financiën afgekocht. Het Agentschap heeft de inleg van € 0,293 mln. op 4 mei 2016 terugbetaald. De gemeente heeft vervolgens het bedrag aan de begunstigden betaald. Hiermee zijn alle toekomstige vorderingen op het Agentschap en schulden aan de begunstigden afgekocht.

Subsidie stichting DUWO 1,3 mln.:
Deze post betreft een vordering met een aflossingstermijn van 10 jaar op Stichting DUWO. Conform afspraak wordt daarbij een eerder verstrekte subsidie, t.b.v. campusstudio's aan de Stamkartstraat, teruggevorderd.

VLOTTENDE ACTIVA (€ 1.024,8 mln.)

Voorraden (€ 65,5 mln.)

Niet in exploitatie genomen bouwgronden (€ 0,0 mln.)

Op deze post werd voorheen de actuele waarde van de Grondbank Vroondaal verantwoord. In verband met de gewijzigde verslaggevingsregels Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) wordt dit vanaf 2016 onder de post "Onderhanden werk" verantwoord. Een uitgebreidere toelichting op de ontrafeling van de grondexploitaties naar aanleiding van het gewijzigde BBV is te vinden bij de toelichting op de balanspost Onderhanden werk.

Overige grond- en hulpstoffen (€ 0,3 mln.)

Deze post betreft met name materialen van de Haeghe Groep.

Onderhanden werk (€ 64,5 mln.)

Deze post valt uiteen in de (sub-)onderdelen:

  • Bouwgronden in exploitatie
    • Door het bestuur operationeel verklaarde plannen
    • Publiek Private Samenwerkingsverbanden (PPS)
  • Opdrachten derden

Bouwgronden in exploitatie (€ 62,6 mln.)

De grondslag voor de waardering van het onderhanden werken is de historische uitgaaf- of vervaardigings-prijs.

De gewijzigde verslaggevingsregels Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) traden per 1-1-2016 in werking en brachten grote aanpassingen met zich mee. De portefeuille grondexploitaties bestaat alleen nog uit Bouwgrond In Exploitaties (BIE); alle niet direct grondexploitatie gerelateerde elementen zijn eruit gehaald. Onderdelen die niet tot deze categorie vallen worden elders (met name onder materiele vaste activa) verantwoord. Zo is de bouw van de fietsenkelder onder het KJ-plein nu een investeringsproject. De portefeuille is hiervoor aangepast met terugwerkende kracht per 1 januari 2016. Als direct gevolg van nieuwe verslagleggingsregels zijn in totaal dertien grondexploitaties ontrafeld/gesplitst. Omdat de portefeuille kleiner is geworden is ook de voorziening Negatieve plannen afgenomen. Na de invoering van het nieuwe BBV behoren grondbanken (€ 27,7 mln. per 31-12-2015) ook tot de grondexploitaties.

De aanpassing per 1-1-2016 betreft de volgende balansposten:

De post Bouwgronden in exploitatie is uit te splitsen naar:

Door het bestuur operationeel verklaarde plannen ( 61,1 mln.)
Dit zijn grondexploitaties, waarbij de regie volledig in handen ligt bij de gemeente Den Haag en die door het bestuur zijn vastgesteld. Voor de operationele grondexploitaties moet een voorziening getroffen worden voor het geraamde onrendabele deel van de exploitatie (zie voorziening Negatieve lopende plannen). Bij de realisatie van het project moet er op het actief een waardecorrectie worden opgenomen. De waardecorrectie is de realisatie minus de getroffen voorziening. De Voorziening Negatieve Plannen dient ter dekking van de operationeel verklaarde grondexploitaties met een negatief saldo.

De mutaties zijn opgebouwd uit vermeerderingen en verminderingen. De vermeerderingen zijn grotendeels toe te schrijven aan de urenverantwoording, verwervingskosten, rente en het operationeel worden van projecten. Daarnaast zijn uitgaven gedaan voor beheer, sloop, bodemsanering en openbare werken. De verminderingen vinden plaats door gerealiseerde opbrengsten voor uitgifte van grond en door het afsluiten van projecten.
Balansverkorting houdt in dat de voor negatieve plannen gevormde voorziening wordt verwerkt als een correctie op het saldo van het onderhanden werk. Dit bedrag wordt volledig in mindering gebracht op het saldo van het onderhanden werk. Indien hierdoor een negatief saldo ontstaat, wordt conform BBV voorschriften, het onderhanden werk naar nul gebracht.

Voor wat betreft de grondexploitaties gelden de volgende kerngegevens:

Totaal boekwaarde grondexploitaties:

Per 31-12-2015

133.953

Per 31-12-2016

181.939

Totaal eindwaarde grondexploitaties:

Per 1-1-2017

-161.916

Stand 31-12-2017, contact gemaakt per 2017 (=netto contante waarde)

-138.849

Verwachte kosten/opbrengsten:

Geraamde nog te maken kosten per 1-1-2017

284.877

Geraamde nog te realiseren opbrengsten per 1-1-2017

323.881

Verwacht eindresultaat:

Nominaal

144.034

Op basis van netto contante waarde

0

De gegevens zijn gebaseerd op een waardering per complex. Voor het berekening van het plansaldo op contante waarde is op jaarbasis uitgegaan van de volgende parameters:

  • 1,3% rente (gemeentelijke omslagrente)
  • 2,0% discontovoet
  • 2,0% kostenstijging

1,0% opbrengstenstijging
Publiek Private Samenwerkingsverbanden (PPS) ( 1,5 mln.)
Dit zijn gezamenlijke grondexploitaties, waarbij de uitvoering onder een privaatrechtelijk samenwerkingsverband met een projectontwikkelaar plaatsvindt.

Anticiperende werkzaamheden vooruitlopend op operationeel verklaring door het bestuur ( 0,0 mln.)
Uitgaven die gemaakt worden voordat een grondexploitatie operationeel is verklaard.

Nog toe te rekenen aan plannen ( 0,0 mln.)
Dit betreft met name het project Dr. Lelykade waaraan in 2016 de kosten zijn toegerekend, waarna het project is afgesloten.

Opdrachten derden (€ 1,8 mln.)

De post onderhanden werk is gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs onder aftrek van vooruit ontvangen gelden van derden (o.a. subsidies). Het saldo van de lasten en baten op onderhanden werk bedraagt € 8,5 mln. en betreft opdrachten die nog niet zijn afgerond en waarvan verrekening nog moet plaatsvinden. De afname t.o.v. 2015 (€ 10,0 mln.) bedraagt € 8,2 mln., grotendeels veroorzaakt door het project Netwerk Randstadrail dat in 2017 volledig is afgerekend en onder de post Materiele vaste activa is verantwoord.

Gereed product en handelsgoederen (€ 0,7 mln.)

De voorraad gereed product en handelsgoederen wordt gewaardeerd tegen historische uitgaafprijs, gebaseerd op de betaalde inkoopprijs. Waarderingsverschillen tussen standaard verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als bedrijfsresultaat verantwoord.
Ultimo december 2016 zijn voorraadopnames uitgevoerd om de juiste stand te bepalen. De voorraad is nagenoeg onveranderd en kan als volgt gespecificeerd worden:

- Materialen Stadskwekerij Den Haag € 0,2 mln.
- Materialen t.b.v. aanleg en onderhoud straten, wegen, pleinen € 0,3 mln.
- Materialen Haeghe Groep € 0,1 mln.
- Voorraad Pandhuis € 0,1 mln.

Vorderingen (€ 727,0 mln.)

Vorderingen op openbare lichamen (€ 128,2 mln.)

Onder de balanspost vorderingen op openbare lichamen wordt een grote verscheidenheid aan vorderingen verantwoord. De belangrijkste zijn:

Belastingdienst ( 122,3 mln.)
Dit betreffen vorderingen die de gemeente heeft in het kader van BTW Compensatiefonds, bedrijfsmatige BTW, dividendbelasting en gemeentefonds. De aangifte BTW Compensatiefonds over 2016 komt uit op € 112,4 mln. De aangifte bedrijfsmatige BTW over november en december is € 4,5 mln. Uit hoofde van dividendbelasting is er een vordering van € 3,7 mln. (Eneco, HMS en HTM Beheer). De aangifte bedrijfsmatige BTW en dividendbelasting en verrekening gemeentefonds is inmiddels in 2017 ontvangen. Het bedrag van het BTW Compensatiefonds over 2016 wordt naar verwachting op 1 juli 2017 ontvangen.

Metropool Regio Haaglanden (MRDH) ( 2,9 mln.)
Betreft vorderingen die o.a. betrekking op project Netwerk Randstadrail € 1 mln. (2015 € 5,1 mln.), facturering van de beheerkosten van het Souterrain € 0,229 mln. (2015 € 0,638 mln.) en nog te verrekenen reclame-inkomsten m.b.t. de Abri’s ad € 1,7 mln.

Rijk ( 1,5 mln.)
Dit betreft een vordering op het RIJK met betrekking het gemeentefonds. Het bedrag is in 2017 inmiddels ontvangen.

Vorderingen (rand)gemeenten ( 0,9 mln.)
Betreft voor € 0,5 mln. werkzaamheden die door de werkbedrijven van de Haeghe Groep zijn uitgevoerd en verrekeningen van subsidies WSW aan randgemeenten. Daarnaast is er een bedrag van € 0,4 mln. voorgeboekt voor de kosten Ooievaarspas die in rekening gebracht worden bij de gemeenten Rijswijk en Leidschendam/Voorburg.

Hoogheemraadschap ( 0,2 mln.)
De totale vordering t/m 2015 die betrekking had op diverse eindafrekeningen m.b.t. de Boulevard Scheveningen is in 2016 betaald. De vordering per 31-12-2016 heeft betrekking op het onderhoud van watergangen.

Overige vorderingen (€ 540,4 mln.)

Deze post is ten opzichte van 2015 met ruim € 400 mln. toegenomen. Dit is het gevolg van de kortlopende leningen van € 400 mln. die de gemeente heeft verstrekt aan de HTM van 1 december 2016 tot 1 maart 2017. Vanaf 1 maart 2017 neemt de MRDH de financiering aan de HTM over. In de paragraaf Financiering wordt de (her)financiering van HTM verder toegelicht.

Naast deze post zijn onder de balanspost overige vorderingen is een grote verscheidenheid aan kleinere vorderingen opgenomen, waarvan onderstaand de grootste posten zijn vermeld.

Bijstand en overige sociale zekerheid ( 25,5 mln.)
De openstaande vorderingen van alle aan de bijstand en overige sociale zekerheden gerelateerde regelingen is € 88 mln. Door een toename van het aantal uitkeringsgerechtigden is de vorderingenstand met € 2,8 mln. toegenomen. De ervaring leert dat een deel van de bijstandsvorderingen nooit wordt terugontvangen. Dit oninbare deel wordt opgenomen in een voorziening. Ook de voorzieningenstand is met € 2 mln. toegenomen tot een saldo van € 62 mln.

Gemeentelijke kredietbank ( 23,1 mln.)
De kredietportefeuille van de GKB toont de volgende bewegingen. De portefeuille pandhuiskredieten (beleningen) heeft zich gestabiliseerd met een uitstaand saldo van € 23,1 mln.
Voor de overige kortlopende kredieten heeft per saldo een verlaging plaatsgevonden van € 0,6 mln. tot een uitstaand saldo van € 8 mln. Dit wordt veroorzaakt door een daling van € 1,4 mln. in de kortlopende hypotheek- en bouwdepotportefeuille en een stijging van € 0,8 mln. in de overige kortlopende kredietportefeuille.

Gemeentelijke belastingen (33,3 mln.)
Dit betreffen opgelegde en nog op te leggen gemeentelijke belastingen. Binnen de bovenvermelde debiteurenstand is rekening gehouden met een voorziening voor oninbare debiteuren. Deze voorziening is gevormd op basis van ervaringscijfers en een risico-inschatting per ultimo 2016. De samenstelling van de vorderingen m.b.t. gemeentelijke belastingen bestaat uit:

  • afvalstoffenheffing (€ 9,7 mln.)
  • omgevingsvergunningen (€ 10,6 mln.)
  • onroerende-zaakbelastingen (€ 5,4 mln.)
  • parkeerbelasting (€ 3,0 mln.)
  • rioolrechten (€ 4,5 mln.)

78% van de vorderingen met betrekking tot gemeentelijke belastingen is 3 maanden of ouder, 19% is 1 tot 3 maanden oud en 4% is jonger dan 1 maand.

Erfpacht (6,1 mln.)
De jaarlijks verschuldigde canons zijn in rekening gebracht bij de erfpachters. Aangezien grond onderpand is, wordt geen voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen. Bij appartementen wordt eventuele achterstand verrekend bij actepassering. Derhalve is er geen risico.

Grondbedrijf/Uitgiften ( 8,2 mln.)
Dit betreffen vorderingen met betrekking tot uitgegeven gronden.

Overige grote posten ( 14,6 mln.)
Naast de hiervoor genoemde vorderingen zijn nog een aantal grote posten te benoemen, te weten: vorderingen Ambulancedienst (€ 5,1 mln.), vorderingen m.b.t. huurachterstanden gemeentelijk vastgoed (€ 1,0 mln.), vordering op het CAK (€ 2,6 mln.) voor de eigen bijdragen van cliënten en een vordering op de SVB van € 4,9 mln. in verband met teveel uitbetaalde voorschotten 2016.

Overige uitzettingen (€ 58,5 mln.)

Op deze balanspost staat de bijstortverplichting (collateral) die de gemeente heeft als gevolg van de derivaten contracten. De bijstortverplichting is het verschil tussen de nominale waarde en de marktwaarde van de afgesloten derivaten contracten per 31 december 2016 die de gemeente in depot bij de BNG heeft gestort met een rentevergoeding. De hoogte van deze bijstortverplichting fluctueert maandelijks. In geval van verkoop of ineffectiviteit van de derivaten leidt dit tot een exploitatieresultaat.

Overlopende activa (€ 229,7 mln.)

Overlopende activa Europese/Nederlandse overheidslichamen (€ 68,8 mln.)

Op deze balanspost worden de van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen subsidie-bedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel verantwoord. Het saldo is als volgt opgebouwd per programma:

Het saldo wordt met name veroorzaakt door het programma Verkeer en milieu (met name Roterdamse Baan), waar het saldo aan nog te ontvangen subsidies van de Metropoolregio Haaglanden (MRDH) verantwoord is met betrekking tot het investeringsprogramma Verkeer en Vervoer. Deze post is met € 17,6 mln. gestegen ten opzichte van vorig jaar. Met de MRDH zijn vaste betaalmomenten afgesproken voor de bijdragen.
De balansmutatie betreft een correctie vanaf de overlopende passiva. Daar was per abuis een negatief bedrag opgenomen.
Een verdere inhoudelijke toelichting is te vinden in het desbetreffende programma in hoofdstuk 2 Programmaverantwoording. Een volledig overzicht van alle overlopende activa en het verloop daarvan, is opgenomen in bijlage 5 Overlopende activa en passiva Europese en Nederlandse overheidslichamen.

Overlopende activa (€ 160,9 mln.)

De balanspost overlopende activa bestaat uit een grote verscheidenheid aan vooruitbetaalde kosten en/of nog te ontvangen gelden. Het saldo per 31-12-2016 van de post Overlopende activa wordt met name veroorzaakt door de volgende posten:

Transitorische rente Fonds Uiver 2006 ( 76,6 mln.)
Nog te ontvangen rente over 2006 tot en met 2015 met betrekking tot de rentedragende obligaties en de zero-coupon obligaties.

Facturen in omloop ( 32,4 mln.)
Om in de jaarrekening een zo volledig mogelijk beeld te geven van de lasten dient het saldo op de FIO zo laag mogelijk te zijn. Wanneer facturen niet volgens het regulier crediteurenproces kunnen worden afgewikkeld worden de lasten zoveel mogelijk voorgeboekt.
De post facturen in omloop was eind 2015 nog € 14,1 mln. De stijging is vooral terug te herleiden tot betwiste facturen van de AVR-Afvalverwerking B.V. met betrekking tot afvalstoffenbelasting (€ 4,3 mln.) en facturen voor meerwerkfacturen voor werkzaamheden die door de gemeente worden betwist (€ 4,5 mln.).

Bijdrage Veiligheidsregio ( 20,8 mln.)
Dit betreft de vooruitbetaalde bijdrage voor het 1e halfjaar van 2017

Uitbreiding LUC Wijnhavenkwartier ( 8,0 mln.)
Voorschot subsidie Leidse Universiteit, locatie Wijnhaven (RIS260525).

Grondbank Vroondaal ( 2,7 mln.)
In verband met de vernieuwing BBV per 1 januari 2016 is het beginsaldo van € 6,1 mln. verantwoord onder de post "Onderhanden Werk". Het saldo per 31 december 2016 is van een andere aard. Dit betreft een voorboeking van een opbrengst grondverkoop, waarvan de akte in 2016 gepasseerd is.

Transitorische rente leningen u/g ( 2,7 mln.)
Het betreft nog te ontvangen rente leningen u/g over verslagjaar 2016. Deze rente heeft betrekking op de leningen verantwoord onder de balansposten leningen aan deelnemingen, leningen aan overige verbonden partijen en overige langlopende leningen aan derden.

EFRO-Kansen voor West ( 1,1 mln.)
Voorschotten, die verleend zijn voor projecten van Kansen voor West, zijn in 2016 volledig verrekend. Het saldo wat in de balans is opgenomen betreft de nog resterende te ontvangen 5% van Europa voor Kansen voor West projecten.

Diverse voorschotten of nog te ontvangen gelden, waarvan de grootste posten zijn:

  • Vooruitbetaalde facturen m.b.t huisvesting en automatisering (€ 4,8 mln.)
  • Nog te ontvangen beleenrecht inzake belening Pandhuis (€ 1,0 mln.)
  • Vooruit betaalde VNG contributie 2017 (€ 0,4 mln.)

VASTE PASSIVA (€ 2.050,0 mln.)

Eigen Vermogen (€ 819,4 mln.)

Het eigen vermogen van de gemeente Den Haag bestaat uit de Algemene reserves (€ 97,0 mln.), de overige reserves (€ 665,3 mln.) en het saldo van de rekening (€ 57,1 mln.). Het eigen vermogen is met € 76,6 mln. afgenomen t.o.v. vorig jaar. Dit komt voornamelijk door de inzet van de projectreserves voor het afgesproken beleid. Een specificatie van alle reserves is opgenomen in de bijlage reserves, waarin per reserve het verloop gedurende het boekjaar is weergegeven.
Het voordelig resultaat over 2015 van € 37,6 mln. is verdeeld in overeenstemming met raadsbesluit Resultaats-bestemming 2015 (RIS 293899). Voor een gedetailleerde uitwerking van de resultaatbestemming 2015 wordt verwezen naar bovengenoemd raadsbesluit.
Per 01-01-2016 is de omvang van de reserves na resultaatbestemming € 896,0 mln. Per 31-12-2016 is de omvang afgenomen tot € 762,2 mln. De stand per 31-12-2016, de mutaties ten opzichte van de stand van 31-12-2015 en afwijkingen van de begrote mutaties zijn toegelicht in de programma-verantwoording in hoofdstuk 2. Een toelichting op aard en doel van reserves en eventuele bijzonderheden die niet het gevolg zijn van het uitgevoerde beleid worden hierna per categorie reserve toegelicht. Een volledig overzicht van alle reserves en het verloop daarvan, is opgenomen in bijlage Reserves. De doelen, looptijden en maximale hoogtes zijn opgenomen in de bijlage Doelen, maximale hoogtes en looptijden reserves.

Algemene reserves (€ 97,0)

De algemene reserves (in brede zin) bestaan uit de algemene reserve, de programmareserves, de centrale bedrijfsvoeringsreserve, en de dienstcompensatiereserves.
De algemene reserve (in brede zin) bevat in beginsel vrij beschikbare middelen, is niet gekoppeld aan specifiek door de raad vastgestelde doelen en is bedoeld voor het afdekken van risico’s en tegenvallers, waarvoor geen afzonderlijke reserves of voorzieningen zijn getroffen. Hiermee wordt voorkomen dat financiële tegenvallers direct leiden tot onmiddellijke bezuinigingen. In de paragraaf weerstandsvermogen is een nadere toelichting opgenomen.

Algemene reserve (€ 75,0)

Bij de resultaatbestemming 2015 (RIS 293899) is € 4,1 mln. toegevoegd aan de algemene reserve. In de begroting 2016 was rekening gehouden met een dividenduitkering van HTM Beheer van € 9,4 mln. De NS heeft aangegeven de samenwerking met HTM op een andere manier voor zetten dan via het aandeelhouderschap van HTM. Hierdoor kan HTM Beheer niet de geraamde € 9,4 mln. dividend aan de gemeente uitkeren, maar € 3,7 mln. Het verschil van € 5,7 mln. is gedekt uit de algemene reserve. De gemeenteraad heeft hierover bij het Halfjaarbericht 2016 besloten. Op basis van actualisatie van het risico-cumulatiemodel is bij de actualisatie van de begroting 2016 en de meerjarenbegroting 2017-2020 bepaald dat de algemene reserve € 75 mln. moet zijn. Hierdoor kon € 3,9 mln. ingezet worden voor het budgettaire kader.

Dienstcompensatiereserves (€ 4,6)

De dienstcompensatiereserves zijn bedoeld voor het opvangen van bedrijfsvoeringrisico’s van een dienst.
Bij de resultaatbestemming 2015 (RIS 293899) is € 1,6 mln. toegevoegd aan de dienstcompensatiereserves. Conform begroting is er €0,6 mln. vrijgevallen. Er is voor €1,6 mln. onttrokken aan de compensatiereserves voor diverse kleine bedrijfsvoerings-knelpunten. Dit is €0,4 mln. minder dan was begroot.

Bedrijfsvoeringsreserve (€ 6,0)

Bij de actualisatie van de verordening Financieel Beheer en Beleid eind 2014 is een centrale bedrijfsvoerings-reserve ingesteld. Deze reserve is bedoeld voor het kunnen doen van kleinere gemeentebrede verbeter-voorstellen en innovaties in de bedrijfsvoering. De maximale omvang van deze reserve is € 6,0 mln. Over-schotten worden afgeroomd ten gunste van de algemene reserve.
Bij de resultaatbestemming 2015 (RIS 293899) is € 1,2 mln. toegevoegd aan de bedrijfsvoeringsreserve. Bij het Halfjaarbericht 2016 is € 0,7 mln. toegevoegd aan de reserve. Voor de dekking van een deel van de kosten programma Vernieuwing Bedrijfsvoering is € 0,5 mln. onttrokken.

Programmareserves (€ 11,3)

Bij de actualisatie van de verordening Financieel Beheer en Beleid eind 2014 zijn ook de programmareserves ingesteld. Met deze reserves kunnen kleine voor- en nadelen tussen begrotingsjaren worden opgevangen die bij gelijkblijvend beleid in een programma kunnen ontstaan. Daarnaast maakt een programmareserve het mogelijk kleine bestemmingsreserves op te heffen. Bij elke begroting worden daarom alle projectreserves kleiner dan € 2,5 mln. opgeheven. Om de uitvoering van deze projecten te waarborgen, worden de middelen aan de exploitatie toegevoegd. De hoogte van de programmareserves is gemaximeerd in de Verordening Financieel Beheer en Beleid. Overschotten worden afgeroomd ten gunste van de algemene reserve. Het college doet eenmaal per jaar een voorstel voor de aanwending van de programmareserves, uiteraard voor zover de omvang van de programmareserve(s) dat toelaat. Dit voorstel maakt onderdeel uit van de ontwerpbegroting en wordt als onderdeel van de besluitvorming over de ontwerpbegroting aan de gemeenteraad voorgelegd.

Reserve Grondbedrijf (€57,1)

De reserve grondbedrijf dient als financiële buffer voor het grondbedrijf om te voorkomen dat schommelingen in de resultaten van het grondbedrijf de gemeentelijke financiële huishouding verstoren. Opbrengsten uit grondexploitaties worden aan de reserve toegevoegd, verliezen uit grondexploitaties worden hiermee verrekend. De reserve wordt verder toegelicht in de paragraaf Grondbeleid.

De Algemene reserve (in brede zin) en de Reserve Grondbedrijf (samen € 154,1 mln.) zijn onderdeel van het gemeentelijke weerstandsvermogen (zie ook paragraaf Weerstandsvermogen).

Egalisatiereserves (€8,0)

De Egalisatiereserves hebben tot doel om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden en intern in rekening worden gebracht. Een overzicht van deze reserves per programma is hierna opgenomen.

Als het nodig is om meer te verrekenen met een egalisatiereserve dan in de begroting was voorzien dan wordt dit expliciet in het voorstel tot bestemming van het resultaat vermeldt. Bij het Halfjaarbericht 2016/Meerjarenbegroting 2017-2020 is besloten de reserves Financiering ambulancedienst, OZB en Exploitatie onrendabele panden op te heffen. De saldi van deze reserves zijn daarbij ingezet ten gunste van de begroting. Een verder inhoudelijke toelichting is (indien relevant) opgenomen in de programma-verantwoording in hoofdstuk 2.

Activareserve (€ 101,0)

De centrale Activareserve voor dekking van kapitaallasten hangt direct samen met investeringen die zijn gedaan en gedekt met incidenteel geld. In 2016 is € 8,2 mln. toegevoegd voor met name dekking kapitaallasten Zuiderstrandtheater en Digitaal gezinsdossier en is € 11,8 mln. onttrokken voor dekking kapitaallasten.

Project-reserves (€ 229,1)

Projectreserves zijn reserves die dienen ter dekking van een specifiek doel of project. In 2016 betreft het de volgende reserves:

De stand per 31-12-2016, de mutaties ten opzichte van de stand van 31-12-2015 en afwijkingen van de begrote mutaties zijn verder toegelicht in de programma-verantwoording in hoofdstuk 2.

Overige reserves (€269,9)

Dit zijn centrale reserves op programma 16 Financiën en 17 Overige beleidsvoornemens, die niet onder een van de andere categorieën vallen, te weten:

Een inhoudelijke toelichting is (indien relevant) opgenomen onder programma’s 16 Financien en 17 Overige beleidsvoornemens in de programmaverantwoording in hoofdstuk 2.

Voorzieningen (€ 178,7 mln.)

Voorzieningen zijn gevormd voor op de balansdatum bestaande risico’s voor verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. Tot de voorzieningen worden ook gerekend de van derden verkregen middelen die aan een specifiek doel besteed moeten worden. Uitzondering hierop vormen de van Europese en Nederlandse overheidslichamen verkregen middelen, welke onder de balanspost overlopende passiva Europese/Nederlandse overheidslichamen worden verantwoord. Voorzieningen zijn onderdeel van het vreemd vermogen en niet vrij aanwendbaar door de raad.
Het overzicht van de voorzieningen per programma ziet er als volgt uit:

De stand per 31-12-2016, de mutaties ten opzichte van de stand van 31-12-2015 en afwijkingen van de begrote mutaties worden toegelicht in de programma-verantwoording in hoofdstuk 2 aangezien deze het gevolg zijn van het uitgevoerde beleid. Een volledig overzicht van alle voorzieningen en het verloop daarvan, is opgenomen in bijlage Voorzieningen.

In bovenstaande tabel is ook de balansverkorting Voorziening negatieve plannen/Onderhanden werk opgenomen. Balansverkorting houdt in dat de voor negatieve plannen gevormde voorziening wordt verwerkt als een correctie op het saldo van het onderhanden werk. Dit bedrag wordt volledig in mindering gebracht op het saldo van het onderhanden werk. Indien hierdoor een negatief saldo ontstaat, wordt conform BBV voorschriften, het onderhanden werk naar nul gebracht.
In het beginsaldo is nog de balansverkorting 2015 verwerkt voor een bedrag van € 133,9 mln. De balansverkorting 2016 is bepaald op een bedrag van € 120,8 mln. De balansverkorting is dus € 13,1 mln. lager. Het saldo van de voorziening negatieve plannen wordt daarom met dit bedrag verhoogd.

Vaste schulden (€ 1.052,0 mln.)

Leningen pensioenfondsen en verzekeraars (€ 9,1 mln.)

De afname betreft reguliere aflossingen. In het verslagjaar is een bedrag aan rentelast verantwoord van € 0,62 mln. (2015 € 0,64 mln.). Deze post wordt verder toegelicht in de paragraaf Financiering.

Leningen van banken (€ 982,6 mln.)

In 2016 zijn twee langlopende leningen opgenomen van totaal € 300 mln. voor de financiering van de aflossingen van langlopende leningen en materiele vaste activa. Daarnaast hebben reguliere aflossingen plaatsgevonden voor € 400 mln. Hiervan heeft € 364 mln. betrekking op opgenomen leningen voor de financiering van HTM. In het verslagjaar is een rentelast verantwoord van € 30,2 mln. (2015 € 32,6 mln.). Deze post wordt verder toegelicht in de paragraaf Financiering.

Leningen van bedrijven (€ 2,0 mln.)

Dit betreft een rentedragende langlopende schuld (rentebijschrijving voor het eerst per jaar achteraf in 2017) aan de Ontwikkelingscombinatie Wateringseveld (OCWV) in het jaar 2016 in verband met uitgestelde betaling voor de verworven grond (Celeritas) en uit te voeren toekomstige grondruil van de gemeente aan OCWV.

Door derden belegd geld (€ 24,0 mln.)

Het door derden belegd geld bestaat voor € 13,4 mln. uit het saldo van de spaarpolissen met betrekking tot de overgenomen personeelshypotheekportefeuille (balanspost Overige langlopende leningen). In 2016 is € 0,7 mln. toegevoegd aan rente en is € 1,4 mln. terugbetaald.
Daarnaast betreft het voor € 10,5 mln. uit het SAS Spaardepot (Subsidie Achteraf Systeem voor woning-onderhoud). Jaarlijks worden de ontvangen subsidiegelden op een rekening-courant (BNG) gestort. Vervolgens wordt het gehele bedrag na 12 jaar aan de cliënten uitgekeerd die hebben voldaan aan de in de verordening genoemde voorwaarden betreffende de plicht tot onderhoud van de woning (Woningwet). Het betreft dus een toekomstige subsidieschuld aan cliënten met recht op een subsidie voor onderhoud van woningen. In 2016 is een bedrag van € 3,8 mln. aan subsidies, in het kader van de SAS-regeling, uitbetaald aan cliënten van de GKB. Het saldo van de SAS-subsidies is met een bedrag van € 0,6 mln. opgerent.

Waarborgsommen (€ 6,9 mln.)

Op deze balanspost worden een aantal soorten waarborgsommen verantwoord:

  • Waarborgsommen bij grondreserveringsovereenkomsten (€ 5,9 mln.): Het betalen van een waarborgsom wordt als alternatief op de bankgarantie verlangd bij het tekenen van de grondreserveringsovereenkomst. De gegadigde geeft hiermee zekerheid aan de gemeente om aan de inspanningsverplichting voor vergunningaanvraag en het betalen van de grondwaarde te gaan voldoen.  Het aantal waarborgsommen is per 31 december 2016 afgenomen van 62 naar 61 waarborgsommen, door 20 ontvangen en 21 terugbetaalde waarborgsommen.
  • Waarborgsommen bij huur (€0,6 mln.): Van een huurder wordt (in de meeste gevallen) contractueel bankgarantie gevraagd of een waarborgsom verlangd, die de gemeente per datum van de huurbeëindiging moet terugbetalen onder verrekening van eventueel nog openstaande vorderingen. De waarborgsom voor de huur van een pand wordt rechtstreeks via de gemeente of via de externe beheerders van bewoners geïnd. In 2016 is per saldo sprake van een geringe toename.
  • Waarborgsommen marktkooplieden in verband met de standplaatsen op de nieuwe Haagse markt (€0,2 mln.). In 2016 is het saldo met van deze waarborgsommen praktisch ongewijzigd gebleven.
  • Waarborgsommen voor verstrekte transponders voor toegang van sporthallen (€0,2 mln.).

Vooruit ontvangen canons (€ 27,5 mln.)

Onder deze post zijn ook de afkoopsommen voor erfpacht verantwoord, waarbij de jaarlijkse canon voor 50 of 75 jaar is afgekocht. Jaarlijks wordt ten laste van de exploitatie en ten gunste van deze post rente gebracht. Voorts worden bedragen onttrokken voor betaling van de jaarlijkse canon als gevolg van omzetting naar eeuwigdurende erfpacht. Het saldo is ten opzicht van vorig jaar licht afgenomen (€ 0,8 mln.).

VLOTTENDE PASSIVA (€ 902,4 mln.)

Vlottende schulden (€ 848,1 mln.)

Opgenomen kasgeldleningen (€ 586,5 mln.)

Voor de financiering van de lopende middelen zijn zeven kasgeldleningen opgenomen voor € 186,5 mln. voor een gemiddeld rentepercentage van minus 0,25%. Daarnaast heeft de gemeente € 400 mln. aan kasgeldleningen opgenomen voor de financiering van de verstrekte kortlopende financiering aan de HTM voor de periode 1 december 2016 tot 1 maart 2017.Deze post wordt ook toegelicht in de paragraaf Financiering.

Overige schulden (€ 213,4 mln.)

Onder de balanspost overige schulden wordt een grote verscheidenheid aan schuldposities verantwoord. In zijn algemeenheid betreft het wel geboekte, maar nog niet betaalde facturen en nog te ontvangen facturen, waarvan de kosten ten laste van 2016 gekomen zijn. De belangrijkste posten zijn hierna vermeld:

  • Nog verschuldigde subsidies aan instellingen (€ 26,9 mln.)
  • Bijdrage 2017 Veiligheidsregio Haaglanden (€ 20,8 mln.)
  • Schulden aan onderwijsinstellingen voor in aanbouw zijnde onderwijshuisvesting (€ 19,6 mln.)
  • Nog verschuldigde bedragen voor de inkoop van jeugdhulp (€ 14,6 mln.)
  • Schulden m.b.t. automatisering en huisvesting (€ 12,7 mln.)
  • Bijstands-gerelateerde schulden (€ 7,0 mln.)
  • Betwiste facturen m.b.t. afvalstoffenbelasting (€ 6,2 mln.)
  • Schulden m.b.t. Wet Sociale Werkvoorziening (€ 5,8 mln.)
  • Betwiste meerwerkfacturen Stadsbeheer (€ 5,4 mln.)
  • Facturen Prorail (€ 4,8 mln.)
  • Facturen HMS (€ 3,3 mln.)
  • Vastgoed-gerelateerde schulden (€ 2,1 mln.)
  • Overige diverse nog te betalen of te ontvangen facturen op het gebied van:
    • Onderwijs, Cultuur en Welzijn (€ 12,2 mln.)
    • Sociale zaken en Werkgelegenheid (€ 32,2 mln.)
    • Stadsbeheer (€ 15,9 mln.)
    • Stedelijke Ontwikkeling (€ 11,4 mln.)
    • Publiekszaken (€ 7,3 mln.)
    • Raad, bestuur en bestuurs-ondersteuning (€ 5,2 mln.)

Schulden aan andere publiekrechtelijke lichamen (€ 48,1 mln.)

Onder deze balanspost schulden aan andere publiekrechtelijke lichamen wordt een grote verscheidenheid aan schuldposities verantwoord. De belangrijkste zijn:

  • Belastingdienst: Loonbelasting december 2016 (€ 27,4 mln.)
  • MinBZK: Teveel ontvangen accres 2016 Gemeentefonds (€ 8,3 mln.)
  • Omgevingsdienst Haaglanden: Deelnemersbijdragen 1e helft 2017 (€ 3,4 mln.)
  • Metropoolregio: Nog te ontvangen facturen bijdrage Tramtunnel (€ 0,7 mln.)

Overlopende passiva (€ 54,4 mln.)

Overlopende passiva Europese/Nederlandse overheidslichamen (€ 12,7 mln.)

Op deze balanspost worden de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschot-bedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel verantwoord. De middelen dienen als dekking van lasten in volgende begrotingsjaren. Het overzicht van de overlopende passiva Europese en Nederlandse overheidslichamen per programma ziet er als volgt uit.

Een volledig overzicht van alle overlopende passiva en het verloop daarvan, is opgenomen in bijlage Overlopende activa en passiva.

Overige overlopende passiva (€ 41,6 mln.)

Onder de balanspost Overige overlopende passiva wordt een grote verscheidenheid aan schuldposities verantwoord. De belangrijkste zijn hieronder opgenomen:

  • In 2017 uit te betalen vakantiegeld mei-december 2016 n.a.v. introductie IKB (€ 14,3 mln.)
  • Vooruitbetaalde rente opgenomen kapitaalmarktleningen (€ 10,9 mln.)
  • Vooruit ontvangen bedragen op projecten Stadsbeheer (€ 3,0 mln.)
  • Ontvangen voorschot Buitenplaats Ypenburg, project “Fietsbrug A4"    (€ 1,6 mln.)
  • Vooruit ontvangen bijdragen OCW inzake MFA's (€ 1,5 mln.)
  • Vooruit ontvangen huren    (€ 1,3 mln.)
  • Ontvangen subsidies m.b.t. ISV Geluid (€ 0,6 mln.)
  • Af te dragen btw op een (verkoop)grondtransactie met GEM Vroondaal (€ 0,6 mln.)
  • Niet ingehouden dividendbelasting HTM Beheer (€ 0,5 mln.)
  • Vooruit ontvangen rente op verstrekte langlopende leningen aan derden (€ 0,4 mln.)
  • Vooruit ontvangen bedrag VNG inzake project "Zwerfvuil"    (€ 0,3 mln.)
  • Overige vooruit gefactureerde en ontvangen bedragen (€ 6,6 mln.)

Niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen en rechten

Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen

De gemeente kent de volgende niet uit de balans blijkende verplichtingen:

Derivaten O/G
In 2011 zijn 2 derivaten afgesloten bij de BNG Bank voor de financieringsbehoefte die we denken nodig te hebben tussen 2031 en 2061. Elk contract bestaat uit een te betalen gedeelte en een te ontvangen gedeelte (rente). Het te betalen gedeelte staat onder passiva en het te ontvangen gedeelte onder de activa. De verkrijgingsprijs van beide contracten is nihil. De nominale waarde van deze contracten is € 150 mln. E.e.a. is in de paragraaf Financiering van de programmarekening 2011 uitgebreid toegelicht.

Huurkoopconstructie Theater aan het Spui ( 2,1 mln.)
Via een huurkoopconstructie huurt CVDH het complex theatercentrum aan het Spui van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). In het jaar 2018 verkrijgt de CVDH tegen betaling van een overnamesom dit centrum. De jaarlijkse huurkoopsom is overigens in de begroting verwerkt. Extra gedane huurbetalingen (aflossingen), die ertoe leiden dat de overnamesom in 2018 verlaagd wordt, zijn (inclusief de door het ABP berekende jaarlijkse indexering) op de balans einde boekjaar 2013 als overlopende activa opgenomen. Het restant van de hoofdsom voor het door de gemeente over te nemen deel bedraagt in 2018 € 2,076 miljoen (exclusief indexering).

Lease- en (huur)contracten (€ 2,3 mln.)
Per 31/12/2016 zijn door de gemeente aan derde partijen in verband met lease- en huurcontracten voor
€ 2,3 mln. aan verplichtingen te verwachten.

Gegarandeerde geldleningen
De afgelopen decennia heeft de gemeente aan organisaties in diverse sectoren borgstellingen verleend voor investeringen in hun materiële activa. Het gaat om investeringen met een publiek belang. De gemeente Den Haag loopt risico wegens het afgeven van garanties voor leningen die banken aan derden hebben verstrekt. In de paragraaf Financiering is een totaaloverzicht opgenomen van deze garantstellingen.

Vakantiegeld ambtelijk apparaat ( 0,0 mln.)
Het verschuldigde opgebouwde vakantiegeld/eindejaarsuitkering is per 31/12/2016 voorgeboekt. Vanwege de invoering van het individueel keuzebudget kan iedere werknemer zelf beschikken over het opgebouwde saldo van vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Per einde van het jaar wordt het restant saldo uitgekeerd. Daarom zal er vanaf deze jaarrekening geen niet uit de balans blijkende verplichting hiervoor zijn.

Vakantiegeld Bijstandscliënten ( 8,0 mln.)
De gemeende Den Haag kent geen voorziening Vakantiegeld. De bijstandscliënten van de gemeente hebben over de periode juni 2016 tot en met december 2016 in totaal per saldo voor € 8,0 mln. aan recht op vakantiegeld opgebouwd. Deze bedragen zullen in mei 2017, of eerder bij beëindiging van het recht worden uitbetaald.

Vaststellingsovereenkomst Meeuwisse (€ 3,0 mln.)
In 2011 zijn er conform vaststellingsovereenkomst gronden in tijdelijke erfpacht uitgegeven aan Meeuwisse. De gemeente heeft in overeenstemming met deze vaststellingsovereenkomst de verplichting de gronden in 2020 weer te verwerven voor een bedrag van € 1,3 mln. Tevens heeft de gemeente de verplichting om de kavel die Meeuwisse in eigendom heeft, in 2020 te verwerven voor een bedrag van € 1,7 mln.

Bedrijvenschap Harnaschpolder (€ 7,3 mln.)
Het college heeft op 3 juli 2012 ingestemd met de Garantstelling voor het Bedrijvenschap Harnaschpolder (RIS 250623). Per 1 januari 2014 is de gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap Harnaschpolder gewijzigd en is Delft uitgetreden. Met Midden-Delfland is overeengekomen dat de gemeenschappelijke regeling Harnaschpolder in gewijzigde vorm wordt voortgezet. De looptijd van gewijzigde regeling is gelijk aan de laatste uitgifte van het bedrijvenschap. De garantstelling is pas van kracht na afloop van de gemeenschappelijke regeling en wordt pas van kracht als er voor die tijd geen nieuwe gemeenschappelijke regeling is. In 2016 is één garantstelling/lening afgelopen.

WOM Den Haag Zuid-West (€ 72,0 mln.)
Het college heeft op 12 juni 2013 met Vestia een Raamovereenkomst gesloten. De gemeenteraad is hierover geïnformeerd met de raadsmededeling van 19 juni 2013 (RIS 260202). Een belangrijk onderdeel van de Raamovereenkomst is de oprichting van de Wijkontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuidwest B.V. De gemeente zal in deze onderneming risicodragend participeren door middel van de financiering van de door de WOM te ontwikkelen projecten. Het financieringsplafond is daarbij gesteld op maximaal € 80 mln. De WOM is in het eerste kwartaal van 2014 opgericht en een eerste kapitaalstorting van € 8 mln. heeft plaatsgevonden. In 2016 heeft geen nieuwe kapitaalstorting hoeven plaatsvinden.

Niet uit de balans blijkende rechten

De gemeente kent de volgende niet uit de balans blijkende rechten:

Derivaten O/G
Zie toelichting bij Derivaten O/G.