De lasten op stadsontwikkeling hebben voor 38% betrekking op projecten onder Stadsvernieuwing en voor 22% op de werkzaamheden voor de bouwgrondexploitaties in exploitatie die we voeren. Dit zijn bijvoorbeeld kosten die we maken voor het bouwrijp maken van een terrein of kosten van verwerven van grond en opstallen. Onder stadsvernieuwing valt het ondersteunen van initiatieven van derden voor het realiseren van onder meer woningen en bedrijven, maar ook bijvoorbeeld het vormen van risicovoorzieningen. De ondersteuning kan bijvoorbeeld plaatsvinden door inzet van mensen, doen van fysieke ingrepen of bijdragen aan een ontwikkeling.

De grootste batenpost vormt de inzet van gemeentelijke reserves om activiteiten te betalen, ongeveer 35%. Omdat grondexploitaties een lange looptijd kennen worden lasten verrekend op de gemeentelijke balans tot het moment van uitgifte. Deze verrekeningen vormen 19% van de baten. Baten uit erfpacht en omgevingsvergunningen vormen andere grote batenposten. Overige baten worden gerealiseerd met het beschikbaar stellen van algemene middelen, verhuur van vastgoed, verkoop goederen en diensten en subsidies.

(bedragen x € 1.000,-)

Uitkomst 2016

Actuele begroting 2016

Resultaat 2016

Ontwerp begroting 2016

Uitkomst 2015

Lasten

181.898

172.985

8.913

N

202.736

168.105

Baten

118.259

155.650

37.391

N

140.302

124.345

Saldo exclusief reserves

63.639

N

17.335

N

46.304

N

62.434

N

43.760

N

Dotaties aan reserves

13.127

14.940

1.813

V

2.040

27.974

Onttrekkingen aan reserves

61.441

49.676

11.765

V

28.230

50.679

Saldo inclusief reserves

15.324

N

17.401

V

32.725

N

36.244

N

21.054

N

Toelichting financieel resultaat programma

Wijziging BBV inzake grondexploitatie € 40 mln. negatief
De BBV-verslaggevingsregels zijn voor grondexploitaties in 2016 bijgesteld. Het grootste gevolg hiervan is dat sommige projectdelen die eerder als grondexploitatie werden verantwoord (programma 15) nu als investering worden verantwoord (de middelen hiervoor staan in programma 17). De verslaggevingsregels gelden met terugwerkende kracht per 1-1-2016. Daarom zijn ook de benodigde boekingen om de administratie aan te passen terugwerkend per 1-1-2016 gerealiseerd. Omdat de boekingen niet in het lopende jaar zijn uitgevoerd in het lopende jaar (zoals begroot), laat dit een nadeel zien van € 40 mln. op programma 15[1]. Gelijktijdig laat programma 17 een even groot voordeel zien. In de resultaatbestemming wordt voorgesteld dit te corrigeren, waardoor er geen financieel effect optreedt. Het resultaat na deze correctie bedraagt € 7,3 mln. voordelig

Resultaat na correctie wijzigingen BBV inzake grondexploitatie € 7,3 mln. voordelig
Het resultaat op programma 15 na bovenstaande bedraagt €7,3 mln. voordelig. Voor € 4,3 mln. heeft deze betrekking op hetactualiseren en afsluiten van grondexploitaties. Dit resultaat komt vooral door vrijval van restantbudgetten van de afgesloten grondexploitaties. Dit komt ten bate van de reserve grondbedrijf. Voor € 1,7 mln. hebben onttrekkingen uit de reserve grote projecten niet tot last geleid in 2016. Deze middelen worden teruggestort in deze reserve. Na de verrekeningen (deze worden voorgesteld in het separate raadsvoorstel resultaatbestemming) bedraagt het resultaat € 1,3 mln. voordelig.

Dit voordeel is opgebouwd uit € 1,4 mln. voordeel op Stadsvernieuwing, grotendeels verklaard door niet uitgegeven budget voor de zeezeilhaven (€ 1,3 mln.) en diverse kleinere mee- en tegenvallers. Daar staat een nadeel op Bouwgrondexploitaties tegenover van € 1,1 mln., hoofdzakelijk veroorzaakt voor het toevoegen van €1,5 mln. dekking voor de grondexploitatie Kijkduin. Deze uitgave was niet in 2016 maar in 2017 begroot. Daarnaast zijn er nog voordelen op Kernregistraties en Bestemmingsplannen en een nadeel op Erfpacht. Bij de betreffende activiteiten wordt dit toegelicht.

Neutrale ontwikkelingen
Voor de omgevingsvergunningen zijn lasten en baten € 6 mln. hoger dan begroot. Er zijn meer baten ontvangen en deze zijn gedoteerd aan de voorziening. Dit is vooral veroorzaakt doordat een paar zeer grote plannen nog in 2016 zijn ingediend.
Ook zien we op lopende grondexploitaties (Bouwgrond in exploitatie) een afwijking. Ongeveer 66% van de begrote lasten 87% van de begrote baten zijn gerealiseerd. In 2016 is een reductiefactor van 20% ingesteld om de onderbesteding tegen te gaan, desondanks is minder gerealiseerd dan begroot.

Op het product bouwgrondexploitaties is ongeveer het begrote volume gerealiseerd. Dit komt door een hoger volume van technisch-administratieve boekingen. Als enkel wordt gekeken naar de realisaties van lasten en baten op lopende grondexploitaties (Bouwgrond in exploitatie) zien we een afwijking.
Ongeveer 66% van de begrote lasten en 87% van de begrote baten zijn gerealiseerd.

Dit jaar is er al een reductiefactor ingesteld om de onderbesteding tegen te gaan, desondanks is minder gerealiseerd dan begoot. Het sturen op grondexploitaties blijft complex. Het tempo van de gronduitgiftes en de daarmee samenhangende inrichtingskosten openbare ruimte blijven vanwege diverse factoren achter. Het daadwerkelijke moment van gronduitgifte wordt bepaald door de marktomstandigheden en het ontwikkelen van het bouwplan door de bouwer/ontwikkelaar. Deze factoren zijn beperkt beïnvloedbaar door de gemeente. Gezien de resultaten van het afgelopen jaar, zijn we voornemens de complexiteitsfactor het komende jaar te verhogen met als doel om in 2017 minder onderbesteding te rapporteren. In de paragraaf grondbeleid wordt de onderbesteding nader toegelicht.

Tenslotte is te zien dat er verschillen zijn tussen het volume van de lasten en baten volgens de paragraaf grondbeleid en het volume van lasten en baten op het product. Dit komt omdat de paragraaf alleen de Bouwgrond in Exploitatie bevat en omdat de technische mutaties zoals dotaties en onttrekkingen niet in de paragraaf zijn verwerkt.

[1] Dit nadeel van € 39.969.000 bestaat uit een vrijval van de Voorziening Negatieve Plannen (ad. € 33,9 mln. nadelig op de baten), een verlaging van de onderhanden werk-stand van de grondexploitaties (ad. 14 mln. nadelig op de baten), een dotatie aan de Reserve Grondbedrijf (ad. € 7,3 mln. voordelig op de lasten) en een dotatie aan de Reserve Stedelijke Ontwikkeling (ad. 0,7 mln. voordelig op de lasten).