Financieel resultaat en positie
Het financieel resultaat en positie op hoofdlijnen
Den Haag voert een behoedzaam en realistisch financieel beleid. Als de gemeente tegenvallers ziet aankomen, voorziet zij deze van een passende oplossing. Meevallers zet de gemeente pas in als het redelijkerwijs zeker is dat deze zich ook daadwerkelijk voordoen. Hiermee ontstaat een stabiel fundament onder de gemeentelijke taken en beleidsambities.
Den Haag is een grote gemeente. Hierbij horen grote opgaven en corresponderende omvangrijke uitgaven en investeringen. In de programmabegroting staat wat de gemeente van plan is en hoeveel geld daarvoor beschikbaar is. In de programmarekening staat wat er daadwerkelijk is gerealiseerd en hoeveel dat kostte. In hoofdstuk twee van deze programmarekening leest u hoeveel er in 2016 per beleidsprogramma omging en wat daarvoor gedaan is. Deze inleiding beperkt zich tot de hoofdlijnen van de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting.
De gemeente realiseerde in 2016 € 2,381 miljard aan lasten, exclusief hetgeen aan de reserves is gedoteerd. De samenstelling van de lasten is als volgt.
De gemeente realiseerde in 2016 € 2,256 miljard aan baten, exclusief hetgeen aan de reserves is onttrokken. De samenstelling van de baten is als volgt.
De gemeente is sterk afhankelijk van inkomstenoverdrachten van het rijk. De grootste gemeentelijke inkomstenbron is het gemeentefonds. In beginsel is het gemeentefonds vrij besteedbaar, natuurlijk moeten hier wel ook wettelijke taken uit betaald worden. De specifieke uitkeringen ontvangt de gemeente van het rijk voor de uitvoering van specifieke taken. Bijstandsverleningen (€ 335 mln.) en Onderwijsachterstandenbeleid (€ 39 mln.) zijn hiervan de grootste. Daarnaast ontving Den Haag € 116 mln. aan investeringsbijdragen van andere overheden. Deze ontvangsten worden rechtstreeks met de investering verrekend en maken daarom geen deel uit van de baten. Bij overige inkomsten moet u onder meer denken aan huuropbrengsten vastgoed, opbrengsten Haeghegroep en baten omgevingsvergunning. In de paragraaf gemeentelijke inkomsten treft u een verdere specificatie aan.
Het jaarrekeningresultaat van de gemeente is € 57,1 mln. Dit is 2,3% van de gerealiseerde lasten. In de onderstaande tabel treft u het financieel resultaat per programma aan. In de eerste kolom staan de werkelijke gerealiseerde lasten. De tweede kolom vermeldt de werkelijke baten over het afgelopen jaar. De kolom saldo bevat het verschil tussen beiden. In de vierde kolom treft u het volgens de begroting toegestane saldo aan. In de vijfde kolom, tenslotte, staat het jaarrekeningresultaat.
We zien dat de meeste programma’s bijdragen aan het positieve resultaat. Op hoofdlijnen wordt het resultaat door de volgende ontwikkelingen verklaard:
Bijstandsverlening
Het programma Werk, Inkomen en Armoedebeleid laat een tekort zien van € 21,5 mln., voornamelijk veroorzaakt door hogere lasten voor bijstandsverlening van € 23,6 mln. Het tekort op de bijstandsverlening bedroeg € 48,2 mln. Bij het halfjaarbericht was hiervan € 24,6 mln. in de begroting verwerkt. Het resterende tekort van € 23,6 mln. wordt ten laste van de algemene reserve gebracht. In 2017 wordt hiervan naar verwachting € 17,4 mln. gecompenseerd door de vangnetregeling van het rijk. Deze bijdrage wordt dan verrekend met de algemene reserve. Voor een belangrijk deel wordt dit veroorzaakt door onvolkomenheden in het nieuwe verdeelmodel. Meerdere grote gemeenten worden hierdoor met aanzienlijke tekorten geconfronteerd. Samen met andere gemeenten is het college bezig de effecten van de onvolkomenheden in het model te beperken. Deze discussie met het rijk hierover is nog niet afgerond. Bij een goedwerkend verdeelmodel moeten de gemeentelijke baten en lasten voor bijstandsverlening op termijn in evenwicht komen. Bij de voorjaarsnota en de komende begroting wordt de gemeenteraad hierover nader geïnformeerd.
Zorgverlening
Het financieel resultaat op het programma Zorg en Welzijn is € 16,9 mln. Aan het resultaat liggen meerdere ontwikkelingen ten grondslag die vooral betrekking hebben op de in 2015 gedecentraliseerde zorgtaken. Met deze taken heeft de gemeente nog betrekkelijk weinig praktijk ervaring op gedaan. De gemeente onderzoekt daarom nog in hoeverre de gesignaleerde voordelen structureel zijn. De gemeenteraad wordt hierbij de komende begroting over geïnformeerd. De grootste voordelen zijn hierna kort toegelicht.
€ 6,2 mln. (40 procent) wordt verklaard door vrijval uit voorgaande jaren (afrekening PGB’s 2015 subsidievrijval oude jaren, meevallende eindafrekening EFRO-subsidie en lagere afrekening eigen bijdragen beschermd wonen over 2015).
Op 31 december 2015 verviel de AWBZ-indicatie en was het aan de gemeente om op grond van de Wmo 2016 een nieuw besluit te nemen voor 1 januari 2016 voor maatwerkvoorzieningen. Om een zorgvuldige herbeoordeling uit te kunnen voeren besloot Den Haag om tijdelijke indicaties toe te kennen tot 22 mei 2016. Het was vooraf niet in te schatten welk percentage klanten alsnog zou uitstromen. Ook is een deel van de klanten doorgestuurd naar de Wet langdurige zorg (rijksfinanciering) en niet ten laste van de maatwerkvoorziening gekomen. Daarnaast blijkt uit de gegevens van de zorgaanbieders dat er minder gebruik is gemaakt van het vervoer ten behoeve van de dagbesteding. Per saldo leverde dit een voordeel op van € 3,4 mln.
Op hulp bij het huishouden is een voordeel van € 3 mln. behaald. Dit komt door:
- minder lasten Huishoudelijke Hulp Toelage (HHT) € 2,5 mln. voordelig. De HHT voor mantelzorgers is een tijdelijke rijksregeling voor het verzachten van de arbeidsmarktgevolgen van de 40 procent rijksbezuinigingen op de Huishoudelijke Hulp. De regeling is in 2015 ingegaan. Den Haag heeft de bezuinigingen met eigen middelen al aanzienlijk verzacht, waardoor de regeling hier weinig aanslaat. Ook in 2015 was het beroep op deze regeling gering. De regeling is beëindigd per 31-12-2016.
- huishoudelijke verzorging in natura € 1,6 mln. voordelig. Er lijkt een verschuiving plaats te vinden in de indicatie bij aanvragen voor huishoudelijke hulp, van duurdere zorg naar goedkopere zorg.
- als gemeente hoeven we niet meer apart bij te dragen aan de SVB voor de afhandeling van de PGB’s. Dit leidt tot lagere lasten ten opzichte van de begroting van € 0,5 mln.
- Door bovenstaande (incidentele) meevallers was het niet nodig om gebruik te maken van de projectreserve Wmo voor een bedrag van € 1,7 mln.
Op de woonvoorzieningen is een voordeel behaald van € 1,1 mln. Dit jaar is het aantal woningaanpassingen afgenomen met 10 procent. De woningbouw verenigingen hebben de meeste woningen al aangepast.
Jeugdhulpverlening
Het programma Jeugd laat een voordeel zien van € 12,3 mln. Het grootste deel van het voordeel heeft betrekking op de nieuwe taken die de gemeente er per 2015 bij kreeg. Hierdoor heeft de gemeente nog weinig ervaring met de omvang, samenstelling en ontwikkeling van de budgetten. De ontwikkeling van de daadwerkelijke bestedingen werd pas in de loop van het vierde kwartaal duidelijk. Het inzicht in de aard en achtergrond van deze ontwikkelingen is mede daarom nog deels lastig te duiden. Bij de komende begroting gaat de gemeente in op de vraag of het hier deels een structureel voordeel betreft.
Voor € 6,0 mln. heeft het voordeel betrekking op de afrekening met de instellingen over 2015. De afrekening is gebaseerd op declaraties over 2015 die de instellingen hebben ingeleverd in 2016. Het blijkt dat in werkelijkheid minder zorg is afgenomen dan vooraf is ingeschat. Er kunnen in de toekomst nog declaraties over 2015 binnenkomen omdat de instellingen vijf jaar de tijd hebben de declaratie in te dienen. Deze declaraties komen ten laste van het jaar waarin de declaratie wordt ingediend.
Ambulante zorg, publieke taken, PGB's, jeugdteams en specialistische hulp laten een voordeel zien van € 5,4 mln. Doordat meer geïnvesteerd is in ambulante zorg, lijkt het beroep op zware jeugdhulp af te nemen. Verder zijn de pgb’s opnieuw geïndiceerd. Na herindicatie nam het gemiddelde PGB af. De totale kosten daalden hierdoor met € 1,6 mln.
Aan de jeugdteams is € 2,6 mln. minder besteed. Dit komt omdat de instellingen moeite hadden met het tijdig vinden van geschikt personeel (€ 1,2 mln.). Hetzelfde deed zich voor bij gezinscoaching en toeleiding binnen de gemeente (€ 1,0 mln.).
Vrijval voorziening HTM
In programma Financiën is een voordeel behaald van € 19,6 mln. De belangrijkste oorzaak van het resultaat is de vrijval van de voorziening voor aan de HTM verstrekte leningen voor € 15,8 mln. In het verleden verstrekte Den Haag leningen aan de HTM. In 2016 is besloten dat de MRDH de rol van financier van de HTM van de gemeente overneemt. Hierdoor neemt de aan derden verstrekte leningen van de gemeente af begin 2017met € 364 mln. en wordt de gemeentelijke balans met een zelfde bedrag verkort. Een kortere balans betekent in dit geval onder meer dat de gemeente minder renterisico loopt. Omdat het financieringsrisico voortaan door de MRDH gedragen wordt is de gemeentelijke voorziening voor oninbaarheid vrijgevallen ten gunste van het resultaat in het programma Financiën.
Stadsontwikkeling
Het programma Stadsontwikkeling laat € 7,3 mln. voordeel zien, exclusief een technische correctie van € 40 mln. die verderop wordt toegelicht.
Jaarlijks bekijkt de gemeente welke grondexploitaties gedeeltelijk kunnen worden afgesloten. Dit gebeurt als het plan overwegend is gerealiseerd en er nog een kleine resterende opgave overblijft. Deze deelafsluitingen worden vanwege de sterk schommelende omvang niet begroot. Deze gedeeltelijke afsluiting van grondexploitaties en klusobjectprojecten leverde in 2016 een incidenteel voordeel op van € 4,3 mln.
In 2016 zijn de plannen voor Kijkduin vastgesteld. De vaststelling en de daarbij behorende financiële bijdragen waren voorzien voor 2017. Dit leidt tot een tekort in 2016 ten opzichte van de begroting van € 1,5 mln. Het plan zelf kan worden uitgevoerd binnen de vastgestelde middelen en is dus niet duurder geworden.
In het kader van Haagse Kracht heeft de gemeente in 2016 een concept-bestedingsvoorstel uitgewerkt samen met belanghebbenden uit de haven voor de realisatie van een zeezeilhaven. Dat traject kostte meer tijd maar leverde ook meer draagvlak op. In 2016 ontstond hierdoor een voordeel van € 1,3 mln. Dit brengt met zich mee dat de besteding van de middelen hoofdzakelijk plaatsvindt in 2017 en 2018 in plaats van in 2016.
In 2016 vonden minder verwervingen/schadeloosstellingen vastgoed inzake de Rotterdamsebaan plaats dan geraamd. Hierdoor ontstond een voordeel van € 1,1 mln. Dit bedrag wordt verrekend met de reserve Grote Projecten zodat het beschikbaar blijft voor uitvoering van het project in latere jaren.
Tot slot was sprake van een apparaatsvoordeel van € 1,1 mln. op de ICT-kosten voor kernregistraties. Dit hangt samen met een hogere bijdrage voor de Basisregistratie Grootschalige Topografie. Het structurele effect hiervan is reeds verwerkt in de meerjarenbegroting.
Onderwijs
Het programma Onderwijs laat een voordeel zien van € 4,6 mln. Voor € 2,2 mln. betreft het voordelen op onderwijshuisvesting door lagere bouwkosten bij afgeronde projecten en minder leegstand/lagere huurkosten van panden. De lagere huurkosten (€ 0,7 mln.) zijn reeds structureel in de begroting verwerkt. Daarnaast is er een voordeel op leerlingenvervoer van € 0,7 mln. behaald. In 2016 zijn financiële prikkels ingezet om de kwaliteit van het leerlingen vervoer verder te verbeteren. De uitvoerders hebben de afgesproken verbetering niet gerealiseerd waardoor de bijbehorende prestatiebonus niet wordt uitgekeerd. Het huidige vervoerscontract loopt nog tot en met 2017. Na de nieuwe aanbesteding kan worden bepaald of structurele voordelen zijn te behalen. Tot slot was de gemeente € 0,46 mln. minder kwijt aan onderwijsachterstandenbeleid en Voor- en Vroegschoolse educatie. Doordat de nieuwe decentralisatie-uitkering voor voorzieningen peuters medio 2016 werd aangekondigd, kwamen de aanvragen pas in de loop van het jaar opgang. Hierdoor konden niet alle beschikbare middelen beschikt worden. Daarnaast was sprake van een lagere subsidievaststelling over voorgaande jaren wat de rest van het resultaat verklaart.
Parkeren
Parkeren op straat leverde € 2,7 mln. meer op. Dit is een gevolg van de uitbreiding van het aantal betaald parkeergebieden, invoering GSM-betaling en een gepast handhavingsbeleid. De meeropbrengst heeft mogelijk deels een structureel karakter bovenop de € 1,0 mln. die bij de meerjarenbegroting 2017 is ingezet. Bij de eerst volgende begroting wordt de gemeenteraad hierover nader geïnformeerd.
Topsport
Op het programma Sport is een voordelig resultaat behaald van € 2,6 mln. In het coalitieakkoord is € 2,5 mln. beschikbaar gesteld voor de realisatie van een Topsportaccommodatie in 2016. Vanaf medio 2014 is in overleg met de Haagse top-hockeyverenigingen overlegd over de realisatie van een accommodatie voor tophockey. Het overleg duurde langer dan verwacht. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de princiepafspraak om een tophockeytrainingsveld te realiseren. Het streven is om in 2017 met de aanleg te beginnen.
Veiligheidsregio
Met ingang van 2015 heeft de Veiligheidsregio de bezuinigingstaakstelling gerealiseerd. Vanuit voorzichtigheid heeft de gemeente de eigen begroting hier nog niet op aangepast. Tevens loopt er nog een discussie over aanpassing van de verdeelsleutel waarmee de bijdragen van de gemeenten wordt vastgesteld. Bij de eerst volgende begroting wordt de gemeenteraad geïnformeerd over de structurele effecten van beide effecten. Dit leidde tot een voordeel van € 1,4 mln. op het programma Openbare Orde en Veiligheid.
Migratiemuseum
Ter bevordering van gedeeld erfgoed hebben de eerste gesprekken met verschillende partijen plaatsgevonden over een toekomstig migratiemuseum. Dit had meer tijd nodig dan gepland, waardoor de uitvoering van het project niet in 2016 heeft kunnen plaatsvinden. Dit veroorzaakt in 2016 een voordeel van € 1 mln. op het programma Dienstverlening. De komst van het museum is nu beoogd voor 2017.
Technische correctie vooruitbetalingen en grondexploitaties
Tot slot verklaren twee boekhoudtechnische zaken enkele grote afwijkingen. Aan de stichting HEID is € 8 mln. aan bijdragen verstrekt via de programma’s Economie (€ 2 mln.) en Wonen en Duurzaamheid (€ 6 mln.). De onderliggende regelingen leiden echter pas in 2017 tot concrete prestaties, waardoor in 2016 technisch gesproken sprake is van vooruitbetalingen die op de balans moeten worden verantwoord. Aangezien de onderliggende verplichtingen om de onderliggende programma’s uit te gaan voeren wel in 2016 wel zijn aangegaan is hier sprake van een technisch resultaat op beide programma’s. Daarnaast zijn per 1 januari 2016 de verslaggevingsvoorschriften voor grondexploitaties aangepast. De aanpassing van deze voorschriften had administratief een grote impact. Uiteindelijk zijn de inhoudelijke wijzigingen en de financiële effecten daarvan in december 2016 aan de gemeenteraad voorgelegd. De effecten van de gewijzigde voorschriften hebben ook invloed op de beginbalans van 2016. Deze effecten waren verwerkt in de begroting 2016, waar een rechtstreekse aanpassing van de beginbalans beter was. Uiteindelijk is dit in de jaarrekening ook zo verwerkt. Het gevolg hiervan is echter wel dat er een verschil tussen realisatie en de begroting ontstaat op de programma’s Stedelijke Ontwikkeling en Overige beleidsvoornemens van € 40 mln. Deze afwijkingen zijn tegengesteld, waardoor het totale effect voor de gemeente neutraal is.
Het resterende resultaat omvat meerdere kleinere positieve en negatieve resultaten op de overige programma’s.