Financiële positie
De gemeente heeft veel bezittingen zoals grond, gebouwen en infrastructuur. Voor deze bezittingen geldt dat de samenleving er meerdere jaren van profiteert. De bezittingen staan op de balans van de gemeente. De gemeente financiert deze bezittingen deels met eigen vermogen (reserves) en deels met langlopende leningen.
De gemeentelijke reserves bestaan uit het weerstandsvermogen (algemene reserve, reserve grondbedrijf, bedrijfsvoeringsreserves en programmareserves) en bestemmingsreserves om het afgesproken beleid uit te voeren. De bestemmingsreserves dalen al enkele jaren op rij. Dit komt omdat de gemeente deze reserves gebruikt om in de stad te kunnen investeren. Hierdoor krijgt de stad meer en of betere voorzieningen.
Door de uitvoering van het investeringsprogramma’s en de inzet van de bestemmingsreserves loopt de schuldpositie van de gemeente op. Hierbij geldt dat tegenover de hogere schulden ook een beter voorzieningenniveau voor de stad staat, waar de inwoners meerdere decennia profijt hebben. Deze ontwikkeling is daarom aanvaardbaar. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt deze ontwikkeling nader geduid. In landelijk perspectief blijft de solvabiliteit van Den Haag robuust.
De ontwikkeling van de onderbesteding in 2016
In 2016 is de trend van afname van de onderbesteding doorgezet. Wanneer wordt gekeken naar het niveau van de begrotingsproducten, dan bedroeg in 2016 de onderbesteding op de lasten 4,7% van de totale lasten. Dit is een afname van 1,4 procentpunt ten opzichte van 2015 (6,1%). en daarmee de laagste onderbesteding op de lasten in de periode 2012-2016. In 2014 bedroeg de onderbesteding nog 10,7%. Tegelijkertijd is de overbesteding gestegen van 2,4% (2015) naar 3,5% (2016). Per saldo bedraagt in 2016 het verschil tussen de begroting en de realisatie een kleine 1,2% oftewel € 30,6 mln.
Onderbesteding en overbesteding per jaar (lasten), totaal gemeente Den Haag 2012-2016
Jaarrekeningresultaat
Ondanks dat de onderbesteding op de lasten per saldo het laagst is in de periode 2012-2016, is het resultaat bij de jaarrekening in 2016 van € 57,1 mln. hoger dan in 2015 (€ 37,6 mln.). De reden dat afname van de onderbesteding niet heeft geresulteerd in een verlaging van het resultaat bij de jaarrekening, heeft onder meer te maken met het feit dat de baten in 2016 voor het eerst sinds 2012 hoger uitgevallen dan geraamd en dat de onttrekkingen aan reserves vrij goed zijn geraamd: in 2016 is de realisatie van de onttrekkingen aan de reserves, na bijstelling in het halfjaarbericht, nagenoeg gelijk aan de ramingen. In 2015 werd minder aan reserves onttrokken dan geraamd. Globaal gezien geldt dat in 2016 op alle begrotingsonderdelen (lasten, baten, dotaties en onttrekkingen) de raming en realisatie dichter bij elkaar liggen dan in andere jaren in de periode 2012 – 2016.
Afwijkingen begrotingsonderdelen en resultaat, totaal gemeente Den Haag 2012-2016Investeringen
In 2016 investeerde de gemeente € 290 mln. Dit is hoger dan in 2015 (€ 252 mln.) en hoger dan het gemiddelde over 2012-2016. Desalniettemin is er in 2016 per saldo circa € 65 mln. minder besteed aan investeringen dan geraamd, oftewel circa 18% van het geraamde bedrag. In 2016 is de raming verhoogd met € 51 mln. tot € 355 mln., voornamelijk gebaseerd op de niet uitgekomen verwachtingen rondom de Rotterdamsebaan en de fietsparkeerkelder onder het Koningin Julianaplein. In 2012 en 2013 heeft het omgekeerde plaatsgevonden, toen was sprake van relatief lage ramingen wat in de realisatie resulteerde in overbestedingen.
Op nagenoeg alle begrotingsprogramma’s heeft een onderbesteding op de investeringen plaatsgevonden. Een uitzondering vormt het programma Stadsontwikkeling waarbij een investering inzake Erfpacht niet is geraamd maar wel is gerealiseerd. Dit zorgde voor een overbesteding van € 16,9 mln.
Verloop bestedingen op de investeringen 2012-2016 (gemeentelijke middelen)
Voor nadere analyses wordt van de onderbesteding wordt verwezen naar het rapport “Update onderbesteding 2016”, dat met de voorjaarsnota 2017 naar de gemeenteraad wordt gezonden.