Gemeentelijke risico’s

Bij de jaarrekening vindt geen budgettaire afweging plaats. De risico’s zijn echter wel geactualiseerd. Daardoor kan een goed en actueel beeld gevormd worden van de risico’s waar de gemeente op dit moment mee geconfronteerd wordt. In 2016 heeft de gemeente het weerstandsvermogen niet hoeven aan te spreken en is een per saldo een positief jaarrekeningresultaat behaald. Geconcludeerd wordt dat het financieel risicobeheer en het vermogen van de gemeente afdoende zijn om tegenvallers op te vangen. Bij de voorjaarsnota wordt een herziene berekening van het benodigd weerstandsvermogen gemaakt.

Risico

Korte omschrijving

Domein

Kans

Bedrag

Weging

Max. bedrag

1

Rampen en zware ongevallen

Bestuur

1%

63.500

1

63.500

2

Eigen risico verzekeringen

Bestuur

10%

5.400

1

5.400

3

Grote Projecten

Fysiek

25%

25.000

1

25.000

4

Ontsluiting zuidelijk havengebied Scheveningen

Fysiek

50%

3.500

1

3.500

5

Bijstandsuitkeringen eigen risico 2017

Sociaal

90%

17.800

1

17.800

6

Jeugd

Sociaal

50%

4.200

1

4.200

Risico's met een structureel karakter

7

Gemeentefonds: BTW compensatiefonds

Bestuur

40%

10.000

1,5

15.000

8

Bijstandsuitkeringen 2018 en verder

Sociaal

60%

35.500

1,5

53.250

9

Afschaffing Precariobelasting

Bestuur

90%

16.000

1,5

24.000

10

BTW sport

Bestuur

50%

2.500

1,5

3.750

11

Tekort Haeghe Groep

Sociaal

50%

3.500

1,5

5.250

12

Transitievergoeding SW

Sociaal

60%

600

1,5

900

13

Erfpacht

Fysiek

60%

3.500

1,5

5.250

Totaal

226.800

  1. Rampen en zware ongevallen

De gemeente spaart niet voor risico's van (natuur)rampen (of ander groot onheil) die Den Haag kunnen treffen (watersnood, extreme weersomstandigheden, epidemieën, etc.). Hoewel de kans hierop klein is, is de schade die het gevolg kan zijn van een dergelijke gebeurtenis aanzienlijk, zo hebben we bijvoorbeeld gezien bij de vuurwerkramp in Enschede. Doordat de kans op een dergelijke ramp klein is, is het effect op het benodigde weerstandsvermogen beperkt.
Kans: 1%
Bedrag: € 63,5 mln.

  1. Eigen risico verzekeringen

De gemeente heeft een hoog eigen risico op verzekeringspolissen afgesloten, omdat dit per saldo financieel voordeliger is. Deze keuze bevat desalniettemin een risico. Wanneer zich verschillende calamiteiten tegelijk voordoen is de totale eigen bijdrage van de gemeente hoger dan in de reguliere begroting kan worden opgevangen. Bovendien heeft de gemeente ervoor gekozen de fraude- en berovingsverzekering in eigen beheer te nemen omdat de premie hiervan niet opweegt tegen het risico. Het maximale risico dat de gemeente loopt is € 5,4 mln. De kans dat zich dit risico voordoet is klein.
Kans: 10%
Bedrag: € 5,4 mln.

  1. Grote projecten

De gemeente loopt bij omvangrijke (ruimtelijke) fysieke projecten en ict-projecten risico's. We proberen deze risico’s allereerst te minimaliseren door erop te sturen dat de risico’s niet optreden in projecten. Ook wordt in het projectbudget extra geld beschikbaar gesteld om risico’s te kunnen dekken als deze zich voordoen. De raad kan kiezen een project aan te wijzen als een groot ruimtelijk investeringsproject (GRIP). Voor deze projecten wordt ieder halfjaar een voortgangsrapportage aangeboden.
We illustreren de geschetste werkwijze aan de hand van twee grote projecten:

  • Spuikwartier. In november 2014 heeft de gemeenteraad besloten tot ontwikkeling van het Spuikwartier. In het raadsbesluit is de strategie opgenomen hoe risico’s voor deze gebiedsontwikkeling worden beheerst. Voor risico’s die desondanks optreden is binnen het project € 23,5 mln. weerstandsvermogen beschikbaar gesteld. De raad wordt via de GRIP-rapportages op de hoogte gesteld van het verloop van de uitgaven, de risico’s en de reserves.
  • Rotterdamse Baan. Bij vaststelling van het project is een budget onvoorzien opgenomen voor verwervingskosten, bouw- en overige kosten. Tevens is € 19 mln. beschikbaar gesteld binnen het projectbudget als reductie van de kans op eventuele overschrijdingen. De raad wordt via de GRIP-rapportages op de hoogte gesteld van het verloop van de uitgaven, de risico’s en de reserves.

Er is nu geen reden aan te nemen dat de risicobeheersingsmaatregelen en het budget voor onvoorziene kosten voor deze, en andere grote projecten niet afdoende zijn. Den Haag stuurt op het tot een goed einde brengen van grote projecten. Er is altijd een kans dat zich tegenvallers voordoen op grote projecten, doordat zaken niet te kwantificeren zijn of doordat risico's zijn onderschat. Dat kunnen bouwkosten betreffen, maar ook de gevolgen voor de exploitatie van nieuwe voorzieningen. De investeringsportefeuille bedraagt ongeveer € 1,067 mld. (hiervan wordt ongeveer € 561 mln. met gemeentelijke middelen gefinancierd en ongeveer € 506 mln. met bijdragen van derden).
Als extra maatregel nemen we daarom een risico op voor grote projecten in het weerstandsvermogen van de gemeente Den Haag.

De kans op optreden van dit risico is gewaardeerd op 25%. De omvang van het risico bij optreden wordt gewaardeerd op € 25 mln. Een aantal grote fysiek ruimtelijke projecten nadert zijn voltooiing. Deze projecten kennen een verhoogd risicoprofiel in combinatie met een geringe risicobuffer binnen de projecten zelf. De verwachting is dat deze projecten binnen het bestaande budget kunnen worden afgerond. Desalniettemin dient de gemeente rekening te houden met een mogelijke tegenvaller op deze projecten. Door met dit risico rekening te houden blijft de gemeente financieel deugdelijk, terwijl tegelijker tijd op voorhand geen onnodig beslag op de schaarse beschikbare middelen hoeft te worden gelegd.
Kans: 25%
Bedrag: € 25 mln.

  1. Goede ontsluiting zuidelijk havengebied Scheveningen

De functies in Scheveningen-Haven kunnen niet zonder een goede ontsluiting. Het bouwen van een oeververbinding is nu niet aan de orde. Een pont of watertaxi zijn mogelijk zodra dat noodzakelijk/wenselijk is. De ontsluiting zal voorafgaand hieraan – in breder gebiedsperspectief – uitgewerkt worden. Het is nu niet zeker dat de gereserveerde ontsluitingsmiddelen in de grondexploitatie afdoende zijn. Daarom wordt vooralsnog rekening gehouden met een risico van € 3,5 mln. Doel is om een goede ontsluiting te realiseren zonder de risicomiddelen aan te hoeven spreken.
Kans: 50%
Bedrag: € 3,5 mln.

  1. Bijstandsuitkeringen eigen risico 2017

Het rijk verstrekt het bijstandsbudget aan de gemeenten middels een verdeelmodel. De kans bestaat dat het budget dat het rijk aan alle gemeenten verstrekt ontoereikend is voor de bijstand en dat de gemeente Den Haag meer bijstandsuitkeringen heeft dan het budget waarop het verdeelmodel is gebaseerd. Er is dan sprake van een tekort en onder voorwaarden kan een beroep op een vangnetregeling worden gedaan waarbij een eigen risico geldt. Het verdeelmodel wordt momenteel herzien en de systematiek voor de vangnetregeling. Over 2016 bedroeg het tekort op de bijstandsverlening bedroeg € 48,2 mln. Bij het Halfjaarbericht 2016 is hiervan € 24,6 mln. in de begroting verwerkt. Het resterend tekort van € 23,6 komt conform de bestaande afspraken ten laste van de algemene reserve. Voor 2017 verwacht de gemeente een zelfde trend, namelijk een tekort van € 53 mln. Het college stelt in de Voorjaarsnota 2017 een combinatie van maatregelen voor. Allereerst wordt meerjarig vanaf 2017 structureel € 10 mln. van het eigen risico op de bijstand opgelost. Daarnaast wordt de verwachte bijdrage vanuit de Vangnetregeling 2016 van € 17,4 mln. ingezet om het tekort 2017 te dekken. Tot slot, stellen we voor om aanvullend € 7,8 mln. vanuit het budgettair kader beschikbaar te stellen voor het tekort van de bijstand in 2017. De resterende € 17,8 mln. zijn voor risico en rekening van de gemeente. In het weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met dit risico.
Kans: 90%
Bedrag: € 17,8 mln.

  1. Jeugd

Per 1-1-2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid van Jeugdzorg overgenomen van het rijk. De inkoop van de zorg voor de jeugd vindt plaats via het H10 inkoopbureau. Dit inkoopbureau verstrekt de gemeenten de overzichten van de budgetuitnutting van de door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieders en zorginstellingen. Er is voor 2016 een controleprotocol samengesteld. Instellingen leggen over de eerste 9 maanden verantwoording af over de gemaakte en verder verwachte kosten, die wordt beoordeeld door hun eigen accountant. De raming van de laatste drie maanden door het H10 inkoopbureau wordt gecontroleerd door de accountant van het H10 inkoopbureau. Dit controleprotocol heeft goed gewerkt.

In de jaarrekening 2016 is een bedrag van € 84,4 mln. aan uitgaven zorg opgenomen. Uit de controle blijkt dat de meeste grote instellingen van Den Haag een schone controleverklaring hebben ontvangen over de eerste 9 maanden, ondanks kanttekeningen bij een aantal instellingen omtrent de vastleggingen in de behandeldossiers. Uit de bevindingen van de accountant van het inkoopbureau H10 blijkt dat de ramingen van het H10 inkoopbureau voor de resterende 3 maanden van 2016 op redelijke gronden tot stand zijn gekomen. De definitieve cijfers worden uiteraard pas bij de afrekening over 2016 beschikbaar. Bij de eindafrekening over 2016 van de instellingen zal ook duidelijk worden in welke mate deze geraamde bedragen overeenkomen met de uiteindelijke verrekeningen. De verwachting is dat de eindafrekening in september 2017 zal plaatsvinden.
Kans: 50%
Bedrag: € 4,2 mln. (inschatting met bandbreedte van 5% positief en negatief)

  1. Btw-compensatiefonds

Het Rijk heeft een maximum gezet op het btw-compensatiefonds. Bij een aantrekkende economie, bij meer uitbestedingen of bij grote investeringen van gemeenten, is de kans reëel dat de gemeenten meer btw bij het rijk declareren dan er in het btw-compensatiefonds zit. Het rijk dekt dat tekort op het btw-compensatiefonds dan met een uitname uit het gemeentefonds. Het maximale risico voor alle gemeenten samen schatten we op 10% van het btw-compensatiefonds van € 2,3 miljard. Het Haagse aandeel daarvan is 4,5%. Waarmee het Haagse aandeel op afgerond € 10 mln. komt.
Kans: 40%
Bedrag: € 10 mln.

  1. Bijstandsuitkeringen 2018 en verder

Het Rijk heeft in 2015 een nieuw verdeelmodel ingevoerd voor de verdeling van bijstandsmiddelen, ook wel het BUIGbudget. Dit nieuwe verdeelmodel heeft een structureel nadelig effect voor de gemeente Den Haag. Samen met andere gemeenten is Den Haag langs verschillende sporen in onderhandeling met het rijk over aanpassingen van het verdeelmodel. Het rijk heeft het voornemen om in 2017 een volledig objectief model beschikbaar te hebben. Desondanks is de kans dat een nieuw verdeel model structureel tot een nadeel leidt. De provincie Zuid-Holland dringt er als toezichthouder dan ook op aan het tekort in de begroting te verwerken. Het tekort op de bijstandsverlening voor 2018 bedraagt structureel 53 mln. De verwachting is dat hiervan € 7,5 mln. wordt ontvangen vanuit de vangnetregeling. Rekening houdend met het voorstel om structureel € 10 mln. op te lossen binnen het budgettair kader van de Voorjaarsnota 2017, bedraagt het meerjarig tekort op de bijstandsverlening € 35,5 mln. Voor de langere termijn gaat de gemeente er vanuit dat de baten en lasten voor de bijstandsverlening in evenwicht komen door bijstellingen van het rijksverdeelmodel. Dit is mede ingegeven door de nog lopende discussie met het rijk. Voor dit deel van het tekort wil het college dan ook voorstellen het voorziene tekort niet op voorhand structureel te dekken, maar de ontwikkelingen per jaar te bekijken.
Kans: 60%
Bedrag: 35,5 mln.

  1. Afschaffing precariobelasting

De jaarlijkse opbrengst precariobelasting bedraagt in Den Haag ca.€ 16 mln. Minister Plasterk heeft in juni 2016 het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend dat regelt dat gemeenten geen precariobelasting meer kunnen heffen van nutsbedrijven over netwerken die ze in, op of boven gemeentegrond exploiteren. Op 21 februari 2017 heeft de Tweede Kamer ingestemd met dit voorstel. Op initiatief van de Tweede Kamer is de overgangstermijn gehalveerd tot 1 januari 2022. Het structurele nadelig effect van de afschaffing van de precariobelasting dient vanaf volgend jaar in de meerjarenbegrotingen verwerkt te worden. Per heden is dit nog als risico aangemerkt.
Kans: 90%

Bedrag: € 16,0 mln.

  1. Afname WSW in relatie tot rijksbijdrage

De Wet op de Sociale Werkvoorziening is in 2015 opgegaan in de Participatiewet. Hierdoor komen er geen nieuwe instroom WSW-ers meer en daalt het aantal WSW-ers als gevolg van overlijden, pensionering en overige uitstroom geleidelijk. Hiermee samenhangend daalt ook de rijksbijdrage. Het risico bestaat dat deze daling van de rijksbijdrage sneller verloopt dan de afname van het aantal WSW-ers. We schatten het financiële effect van dit risico in op € 3,5 mln. structureel.
Kans: 50%
Bedrag: € 3,5 mln.

  1. Btw Sport

In het Sportbesluit staan de Btw criteria waaraan de exploitatie van een sportaccommodatie moet voldoen. Momenteel valt het ter beschikkingstellen van sportaccommodaties door gemeenten onder het lage Btw-tarief van 6% als sprake is van gelegenheid tot sportbeoefening. Als gevolg van een Europees vonnis (West Dorset Golf Club-arrest ) was het rijk voornemens het Sportbesluit aan te passen. Het rijk wil deze activiteiten vrijstellen van Btw-heffing. Het kabinet is niet meer voornemens in deze huidige coalitieperiode het sportbesluit verregaand aan te passen. De vrijstelling betekent dat door de gemeente betaalde Btw een kostenpost vormt. Den Haag is een stad die relatief veel investeert in goede sportvoorzieningen. De Btw-maatregel in de gemeentelijke sport-begroting leidt tot een kostenpost van € 2,5 mln. Momenteel bestudeert de wetgever de gevolgen. Daarnaast is ook nog niet duidelijk of Den Haag mogelijk aanspraak maakt op compensatie.
Kans: 50%
Bedrag: € 2,5 mln.

  1. Transitievergoeding

Transitiekostenvergoeding betreft een aanpassing van het ontslagrecht in de private wet- en regelgeving. Dit houdt in dat na twee jaar ziekteverzuim, een sw-medewerker nu recht heeft op een transitiekostenvergoeding om de mogelijkheden op de arbeidsmarkt te vergroten. Berekening van 1 jaar laat een relatief “oude” populatie (62-64 jaar) zien, en laat zien welke werknemers straks recht hebben op een ontslagvergoeding van ongeveer € 53.000, zonder nog uitzicht te hebben op een nieuwe arbeidsplek. Er is nog geen zicht op aangepast beleid om deze situatie te kunnen beperken, maar het betreft wel een wettelijke maatregel. De jaarlijkse kosten worden geschat op € 0,6 mln. Momenteel ligt bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel om werkgevers met terugwerkende kracht te compenseren voor uitbetaalde transitievergoeding.
Kans: 60%
Bedrag: € 0,6 mln. structureel

  1. Erfpacht

De afgelopen jaren is gemiddeld zo’n € 8 a € 10 mln. per jaar aan erfpachtinkomsten afgedragen als voedingsbron voor activiteiten in het kader van stedelijke ontwikkeling. Het is een dekkingsbron voor apparaat en projecten voor de programma’s wonen en stadsontwikkeling. Door de lage marktrente, daalt ook het canonpercentage voor erfpacht en ontvangt de gemeente minder inkomsten dan voorheen voor nieuwe en herziene erfpachtcontracten. Ook worden hiermee samenhangend minder erfpachtcontracten afgekocht, waardoor incidentele baten verminderen. Het erfpachtresultaat bedroeg in 2015 ca. € 2 mln. negatief ten opzichte van het begrote resultaat. Uit verkenningen blijkt dat in de periode 2016 t/m 2020 mogelijk € 22 mln. minder bijdrage uit het erfpachtsaldo aan de begroting kan worden toegevoegd. In de meerjarenbegroting is € 2 mln. per jaar beschikbaar per gesteld voor 2017 t/m 2019 om de lagere afdracht uit erfpachtinkomsten te compenseren. Er bestaat een gerede kans dat, als gevolg van marktontwikkelingen, structureel lagere erfpachtbaten worden gerealiseerd. Op basis van marktontwikkelingen en realisaties zullen we dit monitoren. Voor het resterende risico van bij benadering € 3,5 mln. per jaar houden we rekening binnen het risicocumulatiemodel.
Kans: 60%
Bedrag: € 3,5 mln. structureel