Omvang en kosten apparaat

Coördinerend portefeuillehouder: Rabin Baldewsingh

Omvang apparaat (in aantallen en FTE’s)

De formatie nam het afgelopen jaar licht in omvang toe met circa 70 fte; van 7.138 fte in 2015 tot 7.204 fte eind 2016, terwijl de bezetting groeide met zo’n 350 fte van 6.538 fte naar 6.886 fte. Het aantal medewerkers nam met circa 380 toe tot 7.557. Deze medewerkers zijn in 2016 ingestroomd op formatie die eind 2015 werd gecreëerd. Zo is bij DSB de uitgebreide formatie van de buurtserviceteams met circa 100 fte bezet. Hiermee geeft de gemeente invulling aan de banenafspraak en de veranderende participatiewet. Tot en met 2016 zijn 135 garantiebanen gerealiseerd waarmee de doelstelling van 100 te realiseren in 2018 al is bereikt.

Bij de Haeghe Groep zijn in 2016 ruim 70 medewerkers in dienst genomen met de indicatie “beschut werk” (artikel 10b van de Participatiewet). Het gaat om mensen die uitsluitend kunnen werken in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden.

Kijkend naar de toegenomen bezetting zien we bij OCW een stijging van circa 16 FTE door de samenwerking met SZW in de tijdelijke uitvoeringsorganisatie WMO. Verder is bij OCW een aantal afdelingen geherstructureerd waarbij de bezetting op het juiste peil is gebracht met het oog op de toekomst. Het gaat met name om organisatieonderdelen binnen de sector GGD (14 FTE), sector Sport (13 FTE), sector Participatie, Zorg en Jeugd (9 FTE) en bij Jeugdbeleid (11 FTE). Verder trok OCW specialisten aan voor het op orde brengen van Informatie & Management (4 FTE). Bij de handhavingsorganisatie van DSB komt de groei van de formatie (circa 12 FTE) voort uit het collegeakkoord. Daarin is geld vrij gemaakt voor extra handhavers op straat.

Aandeel overhead

Het percentage overhead bedroeg in 2016 32,8%, nagenoeg gelijk aan vorig jaar. We streven ernaar om de overhead te reduceren tot 31,3 % in 2018. Onze verwachting is dat we dit door de vernieuwing van de bedrijfsvoering en de besparing daarop kunnen realiseren.

Omvang apparaat (in euro’s)

De apparaatskosten worden op basis van verdeelsleutels als indirecte kosten toegerekend aan de programma’s en de balans. In de onderstaande tabel ziet u de toegerekende apparaatslasten in 2016 per programma; in totaal waren de aan programma’s toegerekende kosten van het apparaat in 2016 € 543,3 mln. Ten opzichte van de begroting is er in 2016 € 12,0 mln. meer toegerekend. Daarnaast is er nog € 62,5 mln. aan apparaatslasten verrekend met balansposten zoals voorzieningen, onderhanden werk en materiele activa. Dit is € 2,9 mln. minder dan begroot. In totaal is er dus op de apparaats-lasten een nadelig resultaat behaald van € 9,1 mln. In dc beleidsverantwoording in hoofdstuk 2 worden de resultaten van de verschillende programma’s verder inhoudelijk toegelicht.

Apparaatslasten naar soort

De apparaatslaten en –baten zijn onder te verdelen in apparaatslasten van eigen personeel, materiële kosten (zoals huisvesting- en automatiseringskosten en kantoorbenodigdheden), apparaatskosten voor inhuur van extern personeel en baten (bijvoorbeeld als gevolg van het uitlenen van personeel aan derden).

Inhuur externen

De bestuurlijke norm is dat de kosten voor inhuur maximaal 15% mogen bedragen van de loonsom. De afgelopen jaren is het percentage inhuur teruggedrongen met verschillende maatregelen, zoals het gevoerde beleid om (structureel) werk door eigen personeel te laten verrichten, een aangescherpte controle op de wijze van administreren en sterke sturing door het management.

De kosten voor de inhuur van externen waren in 2016 € 81,3 mln., 15,3 % van de loonsom. In 2015 was dat nog 15,9 %. Dit betekent een lichte overschrijding van de norm, maar een verder dalende trend. We blijven inzetten op het terughoudend omgaan met het inhuren van externen en het beperken van de kosten van inhuur. We doen dit op verschillende manieren.

We hebben in mei 2016 de uitkomsten van het doelmatigheidsonderzoek naar inhuur aangeboden aan de gemeenteraad. Daarbij is een nieuw concernkader inhuur aangekondigd. Vanwege de consequenties van de wijziging van de aanbestedingswet en de moeizame invoering - en uiteindelijk uitstel - van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA), wordt dit kader begin 2017 afgerond.

We hebben de professionalisering van de inhuur in 2016 vormgegeven in de uitzenddesk. Deze uitzenddesk neemt de inhurende manager zorgen uit handen, biedt samen met bureau Van werk naar werk kansen voor interne kandidaten en draagt bij aan het invullen van Social Return in samenwerking met het Werkgeversservicepunt (WSP). Daarnaast stuurt de uitzenddesk op de prestaties van de externe contractpartijen op het gebied van diversiteit. De ervaringen met de uitzenddesk zijn een goede basis om uiteindelijk te komen tot een bureau dat alle inhuur breed ondersteunt.

Bedragen x € 1.000

Salarislasten

Inhuur

Loonsom

Percentage inhuur van de loonsom

2016

450.755

81.267

530.067

15,3%

Personeel van derden

Uitzendkrachten

24%

ICT

20%

Financiën & Control ondersteuning

14%

Interimmanagement

7%

Communicatie ondersteuning, advies en onderzoek

4%

Personeel & Organisatie

4%

Beleidsadvies

4%

Juridische ondersteuning, advies en onderzoek

2%

Overige externe ondersteuning, advies en onderzoek

22%

Totaal

100%